-21-
BIJLAGEN
1« IÖ VIVAT
Dat de al te "degelijke" methodiek van Fresco ook bij eenvoudige interpret atie-problemen niet zelden leidt tot vertekening (schaalvergroting) van de letterkundige vraagstukken waarmee hij zich bezighoudt, wil ik demonstreren aan een komisch voorbeeld«
In CUR MIHI (over dit ANNA-gedicht later uitvoerig) hanteert de dichter een woordspeling: VITA BREVIS; MORS LONGA« Zoiets ontging de Dèr Mouw-kenner deze keer niet« Hij springt er onvervaard in met een vertoon van geleerdheid, een moeilijker probleem overwaard (598):
"Vita brevis, mors longa: een aardige toespeling op het bekende spreekwoord: vita brevis, ars longa, dat via Seneca (De brev« vi~ tae I, 1) terug gaat op Hippokrates« Zie nog III 10, 10: ,f,t Leven is kort, en daarom slaapt hij niet«"
Vgl« voor deze en dergelijke variaties H« Hommel, Euripides und der Tod, in Euripides, Wege der Forschung, Band LXXXIX, Darmstadt 1968, p. 129 evv, met name p« 132 en noot 32 op p* 13^« (Dit artikel is overgenomen uit Epigraphica 19» 1957» p° 136 evv*)"
Bijna toch nog geëpateerd, waag ik het niettemin bescheiden zijn aandacht te vestigen op nog een tekst, die hier voor de hand had gelegen« Ik bedoel het tweede couplet van ons aller IÖ VIVAT«
iö vivat! iö vivat!
Nostrorum sanitas!
Nos jungit amicitia,
Et vinum praebet gaudia: iö vivat! iö vivat!
Nostrorum sanitas;
Est vita nostra brevior Et mors amara longior, iö vivat! iö vivat!
Nostrorum sanitas!
Een ongezochte overgang naar Dèr Mouws studiejaren«