Over het nut van biografische gegevens bij het lezen van gedichten van J.A. der Mouw

-22-

II.    J.A. DER MOUW EN J.H.    LEOPOLD/JAARGENOTEN

In FRESCO is er (als ik het register mag geloven) driemaal sprake    van

de dichter J.H. LEOPOLD.

De eerste keer terzake van een opvallende parallel met betrekking tot CHEOPS, merkt de auteur op (196):

"(Tussenopmerking: D.M. zou Cheops gekend kunnen hebben, toen hij Sleetocht schreef; niettemin bedoel ik in dit en dergelijke gevallen niet meer dan het signaleren van een frappante parallel, niet het stellen van    beïnvloeding; in dit    speciale geval zou    men

vermoedelijk terecht    kunnen denken aan de    aan beide dichters    ge

meenschappelijke achtergrond van de klassieke literatuur» -)"

Maar waarom zou een klassicus, die op Dèr Mouw promoveert, die in Leiden doceert, niet kunnen en moeten denken aan het niet onbelangrijke feit, dat beide grote Nederlandse dichters in 1883 op het Rapenburg aankwamen» "Jan Hendrik Leopold, 's-Hertogenbosch. 18, Letteren." Aldus het ALBUM STUDIOSORUM ACADEMIAE LUGDUNO-BATAVAE, MDCCCLXXV-MCMXXV, ed. J.E. Kroon, no» 13^+6. Dat was op 28 september.

Acht dagen later op 6 oktober liet zich onder nummer 1385 inschrijven: "Johan Andreas der (nog zonder accent) Mouw, Westervoort. 20, Letteren." Ze zagen en spraken elkaar toendertijd om zo te zeggen dagelijks» Alleen zó wordt het interessant te lezen wat Fresco in het midden brengt over LAATSTE WIL VAN ALEXANDER (297).

En nu we het toch over Leiden hebben: waarom denkt Fresco bij de naam MINERVA nou niet eens één keer aan de kroeg van die naam,...,? Jo Mij er was er kind aan huis.

AANKONDIGING ZOJUIST VERSCHENEN:

SCHANDAAL IN DOET INC HEM 190^+, DEEL I HET VERWEER VAN DR. J.A. DER MOUW

EEN FOTOMECHANISCHE EDITIE VAN DE DRUKPROEVEN (MET EIGENHANDIGE CORRECTIES) VAN HET NOOIT UITGEGEVEN GESCHRIFT VAN DE DICHTER. PRIJS ƒ 20.-

EEN UITGAVE VAN DE BOSBESPERS TE OOSTERBEEK/TEL. 085-337^86

BEGIN 1980 VOLGT ALS DEEL II EEN UITVOERIG BRONNENBOEK

VERKRIJGBAAR BIJ DE BOEKHANDEL