Over het nut van biografische gegevens bij het lezen van gedichten van J.A. der Mouw

Titel
Over het nut van biografische gegevens bij het lezen van gedichten van J.A. der Mouw

Jaar
1979

Pagina's
24



-16-

ALTER EGO/H.K. MIJER (1902)

Pagina 375 brengt FRESCO het volgende vers:

Qui Latii sermone "ego" sum, Yo (me miserum!) hic sum.

Inde fit ut tu, Jo, sis meus "alter ego".

Quas vagus ambages per culmina (non ruitura!)

Tecum animo, meditans assiduus* reputa!

Hoe reditura canit certi cortina magistri,

Mox ipsum aspicies, in patriam reducem.

Aldus vertaald:

Ik, die in Latiums taal, "ego" ben, ben (wee mij) hier "yo".

Zo komt het dat jij, Jo, bent mijn "alter ego". Deze orakeltaal moet je, zwervend over toppen (die niet zullen vallen!), bij je zelf zorgvuldig overdenken en overwegen! Zo luidt het feilloze orakel van je terugkerende leraar; weldra zul je hem zelf zien, veilig in 't vaderland terug.

Van het commentaar op deze tekst valt evenmin veel mede te delen; ik kom er terloops hier en daar op terug. Eén verklarende volzin van de schrijver mogen wij nochtans de lezer niet onthouden: "Het aardigheidje van het versje is geheel gebaseerd op de overeenkomst tussen yo, het Spaanse woord voor ik, en Jo, de voornaam van de geadresseerde." Na 2x "hoogdravend", AARDIGHEIDJE. Is dat nu het geëigende jargon van de moderne literatuurwetenschap?

En dan te moeten vaststellen, dat er van een AARDIGHEIDJE helemaal geen sprake is. Het is een doodernstig specimen van een soort poëzie, waarvan Fresco iets ahnt maar waarvan hij o.m. in dit geval het wezen niet doorgrondt. Voor ons ligt een CARMEN in de zin van een TOVERSPREUK, een TOVERFORMULIER, bestemd voor en gericht tot een waaghals, die in de Alpen gevaar loopt. Dit brengt ons tot des dichters toenmalige boezemvriend HUBERTUS KAREL MIJER, in 1881 te Batavia geboren.

Zoon van een bankier, kleinzoon van een (omstreden) gouverneur-generaal, om deze knaap sociaal snel te plaatsen. Op hem zal worden teruggekomen in de tweede publicatie over het SCHANDAAL IN DOETINCHEM. Hier slechts een korte aantekening.

JO MIJER

Deze kwam eerst naar "ons" gymnasium nadat hij in Delft was afgewezen voor de vijfde. In 1902 behoorde hij tot dezelfde lichting als Max Schwartz met wie hij in 1903 een berucht en omstreden eindexamen deed. Hij was bepaald geen licht en van deze kant beschouwd was het advies om naar de Achterhoek te verhuizen doeltreffend. De ouders namen geen halve maatregelen: zoonlief kwam bij de rector inwonen. Het eindexamen bij de prijs inbegrepen!

Des te opmerkelijker, dat hij al spoedig ging behoren tot de intieme kring van Der Mouws favorieten, waarvan in de bronnen sprake is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.