NUMMER 2 KISLEW 5694 9e JAARGANG
BADERECHOFFICIEEL ORGAAN VAN DE N.Z.S.O, en
LEIDERSORGAAN VAN DE J.J.F. IN NEDERLAND
Copie vóór 10 December 1933 aan
J. FRANK, PLANTAGE LEPELLAAN 2, AMSTERDAM C. Administr.: G. Polak, Wouwermanstr. 6, Amsterdam Z. Postgiro 202580 CommlMisvan Beroap voor Inzenders: Mr.M. L. KAN, Mr. I. L. HAMBURG, AMSTERDAM
ZIONISME EN STAATSBURGER-== SCHAP ...........
„De Jood als staatsburger” is een hoofdstuk in onze geschiedenis. dat met de emancipatie begonnen is. Voor dien tijd was de Joodsche gemeenschap in alle landen, volgens Joodsche en niet-Joodsche opvatting, Oen nationale: We hadden onze eigen wetten en gewoonten, onze eigen feesten en treurdagen, onze eigen taal en rechtspraak, onze eigen historie en toekomstverwachtingen. Aan de eene kant beschouwden wij ons als een apart volk, dat toevallig in één of ander land woonde en gedroegen ons overeenkomstig; aan de andere kant werden we ook door de niet-Joden als de Joodsche natie aangedüid en behandeld. Wel waren we onderworpen aan de bepalingen, die de regeering van het land voor ons maakte, maar dat waren speciale bepalingen voor de Joden, die niets aan onze positie als vreemd volk temidden van de andere volken veranderden.
De emancipatie bracht hierin verandering. De bijzondere positie die de Joden in verschillende landen innamen, zou verdwijnen; allen werden staatsburgers, d.w.z. leden van, h.v., het Fransche volk. Er bestonden voortaan alleen Franschen in Frankrijk; alle staatsburgers, ook de Joden, behoorden tot dit volk, De emancipatie wil dus het Joodsdie vraagstuk (het bestaan van vreemde,
Het radicaal-Zionistische stokpaardje. Lion Nordheim in ‘Baderech’, 1933.