HOGE HOEDEN / LAGE STANDAARDEN
in de niet formeele werkelijkheid identiek is met het geheel van alle staatsburgers.
Feitelijk is de onzekerheid dienaangaande juist bij de Joden opmerkelijk diep. Dat blijkt uit den haastigen nadruk, waarmee vele Neder-landsche Joden plegen te verzekeren, dat zij zich geheel en al Nederlanders gevoelen. Meestal wordt deze verzekering aangevuld door de verklaring, dat zij zich in de allereerste plaats Nederlanders gevoelen, en eerst in de tweede of zooveelste plaats Joden.’
Bernsteins theorieën over het algemeen (‘bedingungslos’) zionisme legden de nadruk op een rationele interpretatie van Herzls denkbeelden. Ondanks de invloed die deze onbestreden voorman in de jaren dertig ook op de studenten van mijn generatie uitoefende, ontstond onder de benauwende druk van het nationaal-socialisme langzamerhand een kentering. De achtergrond van het historische jodendom begon aandacht te vragen. In niet onbelangrijke mate beïnvloed door de algemene cultuurnood, werd zowel in de studentenorganisatie als ook in de jeugdfederatie een streven merkbaar naar verdieping van joodse waarden.
Een geheel apart centrum voor een aarzelende joodse renaissance vormde de bloeiende mizrachistische jeugdorganisatie van Amsterdam, Zichron Jaakov. De jonge mizrachisten, uitgaande van oude waarden, streefden in hun jeugdbeweging naar een religieus-nationaal ideaal. Onder vele algemeen-zionistische jongeren werd eveneens een stijgend verlangen merkbaar naar een religieus gekleurde inhoud. Beide stromingen ontmoetten elkander in de ideologie van een der merkwaardigste zionistische leiders, die het vooroorlogse jodendom in Nederland heeft opgeleverd: de aan het eind van wereldoorlog II gefusilleerde Lion Nordheim.
Deze juridische student, die zijn studie niet voltooide, behoort historisch gezien tot die bevoorrechte categorie jeugdleiders, die door hun persoonlijke kwaliteiten een gehele generatie blijvend aan zich verplichten. Door hun persoonlijke kwaliteiten! Goed bezien is het theoretische oeuvre, dat hij - die ons te jong moest verlaten - nagelaten heeft, niet imponerend. En het staat in elk geval in geen verhouding tot de blijvende indrukken die het contact met hem hebben achtergelaten in het gevoelsleven en denkleven van diegenen, die jaren lang met hem hebben mogen samenwerken.
66