Hoge hoeden, lage standaarden

Titel
Hoge hoeden, lage standaarden

Jaar
1969

Overig
De Nederlandse joden tussen 1933 en 1940

Pagina's
201



HOGE HOEDEN / LAGE STANDAARDEN

leerde schrijver de meening huldigt, dat men tot twee volksgemeenschappen kan behooren, evenzeer als het subjectieve oordeel van wien ook te dier zake, volslagen irrelevant is. De vraag is, of een volksgemeenschap als leden in zijn midden aanvaardt personen, die tevens tot een andere volksgemeenschap willen behooren. En dan is het antwoord, hetwelk hierop allerwegen in steeds duidelijker taal gegeven wordt, onherroepelijk en onvoowaardelijk ontkennend.

Aan het vaderland kan men zich niet slechts gedeeltelijk geven. Zooals het voor een ieder slechts mogelijk is deel te hebben aan orde, recht, vrijheid, godsdienst, kunst en wetenschap in en door den Staat, zoo behoort ook ieder burger zich voor 100 percent deelgenoot te voelen van dien, ons aller éénheid vertegenwoordigende Staat.

Hoogachtend’ *

‘Antwoord van professor Cohen:

De vraag, of de heeren D. etc. tot twee volksgemeenschappen willen behooren, is Volslagen irrelevant’. Immers, zij en alle Joden met hen behooren, of zij het willen of niet, tot twee volksgemeenschappen: de Nederlandsche en de Joodsche. Dat wascht alle water van Amstel en Jordaan niet af. Volksgemeenschap heeft verschillende beteekenissen; zij kan berusten op gemeenschappelijke afstamming, maar evenzeer op gemeenschap van land en burgerrecht. De Jood kan noch zijn afstamming, noch zijn saamhoorigheid met de bewoners en burgers van het land, waar hij woont, verloochenen. Deze dubbelheid is hem aangeboren, en hij draagt haar mede, zoolang het Joodsche volk in ballingschap leeft. Niet tot twee volksgemeenschappen willen behooren, be-teekent voor den Jood hetzelfde als niet geboren willen zijn.

De vraag, of ‘een volksgemeenschap als leden in zijn midden aanvaardt personen, die tevens tot een andere volksgemeenschap willen behooren’, moet derhalve, voor zoover zij de Joden betreft, als onjuist worden afgewezen; en het antwoord, dat de heeren D. etc. er op geven, eveneens, omdat het uitgaat van een onjuiste veronderstelling.

Onjuist is bovendien, dat men aan het vaderland zich niet slechts gedeeltelijk kan geven. Geen mensch geeft zich aan iets, wat dan ook,

* w.g. Mr. I. E. Drievoet, Menno Hertzberger, Mr. L. Prins, A. J. Colago Osorio, M. Goldenberg, Frits van Raalte, R. S. Cattella, J. Samuel, Mr. L. Spanjaard, Jul. Ed. Gerzon, L. Levin, Mr. N. de Beneditty, B. J. Gelder.


54

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.