Hoge hoeden, lage standaarden

Titel
Hoge hoeden, lage standaarden

Jaar
1969

Overig
De Nederlandse joden tussen 1933 en 1940

Pagina's
201



ORANJEZOET

dat sy haer selfs vergetende, alleen voor U meynt te leven. Ende ge-lijck die dagh, ter eeren eenes so grooten Konings, van onse Voorvaders altydt ge viert is: alsoo sullen wy oock nu desen voor geluckigh achten, op welcke Uwe Hoogheyt met de alder-doorluchtigste Koningin, en Haer Koninglijcke Dochter Maria, en Uwe Hooghgheboren Soon, nae ’t exempel van groote Koningen ende Princen, onse Synagoge met sijne intree verwaerdight heeft, om door Uwe tegenwoor-digheyt de selve te vereeren. Welck geluck, alsoo het onse Volck van weynighe seer weynich gebeurt, wy dies te hooger konnen achten. En wat wonder is dat? nadien in U, hoogverheven Prins, alle deughden, so veelder oock zyn, gevonden worden. Altijdt en over al zyt Ghy rechtvaardigh, met welke deught ghy der Nederlanden ghemoederen onderhoudt, en bedient met de H.H. Staten het Gemeene beste; alsoo dat het over niemandt min, als over Uwe Hoogheyt, klaghen, ende over niemandt meer, als over deselve Uwe Hoogheyt, sich verheugen mach/

In 1642 geschiedde dat. In 1742 en 1842 was het niet anders. En het groeide in de vooroorlogse jaren tot een hoogtepunt. Een hoogtepunt dan van tot serviliteit gecondenseerde angst vooral om te ontkomen aan wat onbewust werd ervaren, als het eeuwige lot van ... joden! Maar wij waren toch allereerst (of alleen maar) Nederlanders, die gered konden worden door de mythe van Oranje. Gered - maar waarvan dan?

Men moet als bewuste jood, nationale jood, dit decennium vóór 1940 hebben meegemaakt om alle nuances te kunnen proeven van dit toch eigenlijk wel in eerste en laatste instantie onwaardig spel, met als inzet de dans om de joodse, israëlitische, nederlands-israëlitische hete brij. Wat is er niet gesproken en geschreven en gefluisterd tegen en over die gevaarlijke joden, die al tientallen jaren hadden gewezen op de eeuwige wetten van het joodse vraagstuk met die ene, prealabele vraag (die thans verouderd schijnt) of men wel kon behoren tot twee ‘volksgemeenschappen’, gezwegen nog van die ‘idioten’, die alleen maar dachten aan één joods volk en verder niet. Zelfs tegen Professor Cohen (toch waarlijk niet de felst nationale) kwamen de trouwe Israëlitische vaderlanders in het geweer (in het Centraal Blad voor Israëlieten in Nederland van 21 maart 1935):

‘Mogen ondergeteekenden antwoorden: dat de vraag, of de hoogge


53

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.