Hoge hoeden, lage standaarden

Titel
Hoge hoeden, lage standaarden

Jaar
1969

Overig
De Nederlandse joden tussen 1933 en 1940

Pagina's
201



HOGE HOEDEN / LAGE STANDAARDEN

lijke leiders, die overigens met moeite te bewegen waren te verschijnen. Er kwam op den duur dan ook geen minjan meer! Geen quorum dus van 10 mannelijke personen boven de 13 jaar (het voor een dienst noodzakelijk minimum) kon worden gerecruteerd uit zeg 70 leerlingen en studenten en een tiental docenten. Na Wagenaars dood ging het joods gezien met de rabbijnenschool snel bergafwaarts. De gave persoonlijkheid van Dr. Jakob Neubauer uit Würzburg kwam te laat (1934) om het getij te doen keren.

En buiten het Seminarium? Een bewuste joodse jeugd, die Tora beoefende in de zin waarin het Oosten dit kende (en sommige streken van Duitsland) bestond hier niet. De paar chewres (‘pieuse’ genootschappen ) waar nog gelernd werd, waren te tellen op de vingers van één hand. ‘Hougei Das' - ‘Reisjies Chogme’ - de Gemore-chewre - de Misjnajes-chewre, hoevelen kwamen er nog. Enkele tientallen. Daarmee was het bekeken.

De klassieke ‘balboos’ ( = gewone jood, die de normen kent en handhaaft) bestond nauwelijks meer in het Amsterdam van vóór de catastrofe. Sterker! De ‘am ha-arets’ - de onwetende in de technische zin van het woord - kwam niet eens meer voor. Want om een mooi joods woord te citeren - om am-ha-arets te zijn moet je nog heel wat weten . . . Het joodse Amsterdam was een volstrekt onderontwikkeld gebied geworden, zonder enig perspectief. Vast te moeten stellen, dat daarmee vergeleken de huidige, stervende, gedecimeerde Amsterdamse gemeenschap geen slechte indruk maakt, moge tot nadenken stemmen.

Zelfs een kerkelijke eretitel als de ‘chower’ was gedevalueerd. Zij werd sedert onheuglijke tijden (bij de Asjkenaziem) toegekend aan ‘talmidé chagamiem’, geleerde particulieren, zoals dat heet. Maar dat genus was langzaam maar zeker uitgestorven. Alleen de verweesde titel was gebleven en de raw én het Kerkbestuur, dat in de toekenning een beslissende rol was toebedeeld. Dus werd ze toch nog wel eens toegekend. Dan maar aan onwetenden, die de in het Hebreeuws gestelde chower-brief niet eens meer konden lezen. Nog later werd de brief maar in het Nederlands geschreven omdat dat de raw beter uitkwam. Als deze laatste ( die rabbijns gezien toch niet zo veel te doen had - wie kwam nog naar het rabbinaat met een ‘sjeile’, een halachische vraag?) al te

114

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.