Hoge hoeden, lage standaarden

Titel
Hoge hoeden, lage standaarden

Jaar
1969

Overig
De Nederlandse joden tussen 1933 en 1940

Pagina's
201



BATAVIEREN EN BOTERKOEK

rabbijnenklas op zondagochtend) zalvend hoofdstukken uit Jesaja (caput 22) en Habakuk (caput 2) voordragen. Denkend dat het mooi was. Ik zie en hoor hem in gedachte. Zoals ik hem hoor als ik in zijn gebedenboek de onverteerbare brokken retorica nog eens tot me laat spreken, die ons jongens toen reeds als zodanig voorkwamen.

'De ziel, dat ondoorgrondelijke wezen, door den Schepper in ons gelegd, en, zoolang het Hem behaagt, als een kostelijk kleinood in ons binnenste geborgen ... O, denk eens aan den geheimen, onzichtbaren draad, die haar aan het levende verbindt, door goddelijke genade eenmaal gesponnen en tot heden tegen de dreigende ongevallen van iedere korte stonde vaderlijk beschermd. Tot heden! en dan ... tot hoe lang nog? Eene machtige levensvraag waarop het antwoord slechts in Zijne hand ligt. Aan Hem immers, als Vader van leven en dood, dien draad in een oogwenk af te snijden, vroeg of laat, onverschillig of ge het verwacht of niet verwacht. Aan Hem ook die banden des levens eens in de toekomst weder te herstellen en dus te doen herleven het lichaam, waaruit de ziel gevloden was. - Alle zieleleven dus van Hem gekomen, door Hem beschermd, in Zijne hand gelegd, om naar Zijn goddelijk welgevallen te bloeien of weg te kwijnen. Dat zegt u een blik in uw binnenste, vooral ’s morgens, wanneer het is, als hadt ge dat leven weder opnieuw uit Zijne vaderlijke hand ontvangen. Welnu, zoolang ge dat moogt gevoelen, zoolang dat licht van een hemelsche genade straalt in uw binnenste, moet wel - kan het anders? - een woord van kinderlijke hulde troonen op uwe lippen voor dien grooten Meester aller gewrochten, wien ge immers behoort met alle leven en bestaan en door wien iederen morgen opnieuw dat leven als een heerlijk geschenk wordt gelegd in uw binnenste!

De ziel u wedergegeven, het leven opnieuw ontwaakt. Daar opent ge de oogen, heft u op, verlaat uwe sponde, denkt aan uwe godsdienstige plichten en gaat dan henen, om uwe bezigheden weder op te vatten. Zoo gaat het morgen op morgen in ongestoorde, dikwijls geheel onbewuste regelmaat; het is eenmaal zoo - niet waar? - het moet zoo zijn, het komt van zelve, het kan niet anders!’

Maar het kwam niet altijd van zelf en soms zelfs niet na dwang.

Tijdens zijn rectoraat kende het Seminarium slaperige sjoeldiensten in de vroege ochtend. Ze sloegen weinig aan bij de toekomstige geeste-

113

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.