VAN ‘CO-ÏN’ TOT COHEN
landen hadden opgezocht, doch daarvandaan weer verder waren vertrokken. Het Joodse lot kende nog geen geografische beperkingen in de zin, waarin het moderne Joodse vraagstuk na 1935 deze moesten ervaren en die hun zinvolle anecdote vonden in het verhaal van de Jood, die in een moderne boekhandel om een globe vroeg, haar een half uur bekeek om daarna de verbaasde winkelbediende de vraag te stellen of hij misschien geen andere had, omdat hij op de eerste niet het land had gevonden, dat hij zocht.
De theorieën van Menasseh ben Israël zochten de verloren stammen ook in West-Indië. Stamden de Indianen niet van Joden af? Handelsmogelijkheden lokten hen, die al in hun vroegste jeugd gedwongen waren moeders pappot vaarwel te zeggen. Was het in Europa en zelfs in Nederland allemaal zo mooi voor Joden en zelfs voor zulke, die niet eens precies wisten of ze wel Joden waren. Het avontuur tenslotte prikkelde de naneven van de legendarische ‘koning der Joden’. Voor Marranen was de zee een vertrouwd element. Was Columbus geen Jood geweest en bevonden zich in zijn gezelschap niet Marranen, waarvan er een de eerste Westeuropeaan zou zijn, die ooit voet op Amerikaanse bodem zou zetten ? Hij zou niet de laatste blijken.
Aangrijpend zijn de schaarse verhalen van Sefardische schepelingen, die op broze scheepjes zee kozen en de weg vonden naar verre onbekende landen, waar zij hoopten op vrijheid en welvaart. Er is een journaal bewaard van Josua Nunes Netto en Joseph Pereira, die in 1658 als pioniers Pomeroon, de ‘wilde kust’ opzochten. Een bewogen stukje Joodse geschiedenis, naar de indrukken van het ogenblik opgetekend, wordt ons voor ogen getoverd. Op 12 mei verlieten zij Middelburg aan boord van de Concordia. Op 7 augustus, aan de vooravond van ‘Tisabeab’ (de vastendag van 9 Ab om de verwoesting van Jeruzalems Tempel) brak een zware regenbui los. Het scheen de Joodse schepelingen, alsof de Hemel in hun persoonlijk leven ingreep. ‘Dju Gado tranga’ (der Joden God is sterk), zeggen de Surinaamse bosnegers tot de dag van vandaag, als op de Grote Verzoendag, midden in de droge tijd, volgens eeuwenoud bijgeloof regendroppels vallen ter verzachting van het zware vasten. Met zeilen staan de pioniers aan dek om het water op te vangen, dat zij bewaren tot het eind van de vastendag:
Wij vonden het beter het water op te vanpen en niet te drinken. Precies zoals ééns God Mozes het beloofde land had laten zien, doch hem niet had vergund dit ooit te betreden.
Hun Joodse bindingen blijken ook op het moment, dat het schip de kust van Pomeroon heeft bereikt. Die dag was het Sabbath en zij weigeren aan land te gaan:
91