VAN BARLAEUS TOT BAUDARTIUS
vroegere populaire vertalingen vergel ijkt met het grote werk van i6t7. Dat deerde de vertalers wel allerminst. Verstaanbaarheid van Gods w'oord werd naar hun beginselen bepaald door hogere normen. Zo werd het oude Ten ach der Joden tot een Bijbel van het Nederlandse volk. De plaats die het Boek der Boeken daardoor in de Nederlandse beschaving kon innemen, was een geheel aparte. Ook de uiterlijke verzorging droeg daarvan de kenmerken. Moeiten noch kosten werden gespaard. Wie kent de pronk-Bijbels niet, fraai gedrukt en in leer gebonden, voorzien van het beslag van gedreven koper, zilver ot goud? Op de binnenkant van het schutblad de iamiliegegevens nauwkeurig opgetekend, als sloot de eigen levensloop aan bij de heilige geschiedenissen uit de Bijbel zelf. Was het Nederlandse volk in de voorstelling der Calvinisten niet Gods speciaal volk: Men las de Bijbel, men onderging de Bijbel. De eerbied voor de oude Statenvertaling ... ging soms zoover, dat eenvoudigen, onbekend als :e naren met de grondtalen, in den vertaalden tekst het Woord van God zelf gingen zien. Geen tittel of jota mocht aan dit Woord veranderd worden. De g(ch)-klank in woorden als''honing\ 'dingen', *mensch', ‘wenschen' en de uitgang -lijk in ‘sterfelijk', 'grootelijks' las men met volle klemtoon. De Schrift, in zijn geheel geïnspireerd, moest ook in zijn geheel gelezen worden, zodat de geslachtsregisters van Oud en Nieuw 1 estament met dezelfde ernst werden voorgedragen en aangehoord als de andere Schriftgedeelten. Alleen uitgaven in Gothische letter hield men voor het zuivere Woord Gods. Onderwijs en catechesatie kweekten stelselmatig de bijbelvastheid aan, die karakteristiek was voor onze vaderen.' Vraagbijbels' dienden om de Schriftkennis op de proef te stellen. De lectuur der kanttekeningen, die naast de werken van Cats dikwijls het enig voedsel voor de geest in het Oudhollands huisgezin vormden, vergrootte de bijbelkennis en versterkte de beginselvastheid der Gereformeerden. Ongemerkt onderging hun levenshouding de invloed van zulke lectuur, een eigen levensstijl ontstond die overging op de andere gezindten en bevolkingsgroepen.
In het Nederlands drongen de uitdrukkingen van de Statenbijbel door; de gehele taal werd erin bepaalde opzichten door gestimuleerd. Achter dit alles rijst de invloed op, die werd uitgeoeiend door Joden in de Nederlandse samenleving der zeventiende eeuw, waarover een Hebreeuwse tint lag gespreid.
77