Zij lieten hun sporen achter

Titel
Zij lieten hun sporen achter

Jaar
1964

Pagina's
270



VAN BARI.AEUS TOT BAUDARTIUS

Een Hebreeuwse ‘Rosj Hasjana’(Nieuwjaars)-hrief van Baudartius junior illustreert de verhoudingen, waaronder het Christelijk Nederland in die tijd leefde. Ongemerkt zijn wij op deze wijze aangeland in het milieu van de bewerkers der Statenvertaling. Want nadat door de Synode van Dordrecht dit besluit was genomen, werden als vertalers van het Oude Testament benoemd Johannes Bogerman, Wilhelmus Baudartius en Gerson Bucerus. Allen steile Calvinisten, toegerust met grote kennis van het Hebreeuws en de rabbijnse literatuur.

Bogerman was in Franeker geschoold bij Drusius. Joodse rebbes treden in beider biografieën op. Is het al niet eigenaardig, dat Calvinistische theologen spreken van ‘mijn rabbijn’, geheel in navolging van de overoude Joodse zegswijze ‘mijn rebbe’. Aldus bijvoorbeeld Gomarus, die ergens vertelt, dat ‘mijn rabbijn aan de pest is gestorven'. Van Bucerus, een Vlaming, weten wij, dat hij geroemd werd om zijn ongewone bekwaamheid op het gebied van Hebreeuwse letterkunde en antiquiteiten.

Tenslotte Baudartius. Reeds zijn autobiografie demonstreert, welke waarde deze hechtte aan de taal van de Bijbel. Zijn haast om ondergedompeld te worden in de wereld van het Oude Testament doet denken aan de gretigheid van goudzoekers. De bladzijden over zijn vorming zijn vol met mededelingen over zijn studie van deTora:

Als ick uijt Vlaenderen te Leijden ipain, vond ick aldaer mijne oude Santwijksche schoolbroeders D. Gersonem Bucerum, ende D. Petram Dammanum, die mij privatim institueerden inde Hebreusche spraeke, doch soo haest als ick het Hebreus conde lesen, pinck ick hoeren publicas lectiones D. Rudolphi Snellij, die Grammaticaal Petri Nauarn las. Als D. Franciscus Raphelengius in D. Snellij plaetse jjestelt was (D. Snellij blijtien-de alleen Mathesis professerj soo frequenteerde ick D. Raphelengij lectiones, die mij oock in sijn familie heeft aenpjenomen.

Een bekeerde Jood, Joh. Isaacus schijnt Baudartius nog extra te hebben geïnstrueerd en wij kunnen ons een goed denkbeeld vormen van zulke mannen met betrekking tot hun titanen-arbeid voor de Statenvertaling. Wij zien ze zitten met de grote Venetiaanse editie van Te-nach, omrand met de belangrijke commentaren van Rasjie, Ibn Ezra, Kimchi en niet te vergeten de Chaldeeuwse Paraphrase. Nauwgezet werd er ‘gelernt’. Hun opdracht was streng en aan beproefde normen gebonden. De oorspronkelijke tekst moest ootmoedig (er staat in de meeste verslagen: ‘religiose’) worden ontzien. Hebraïsmen en Graecismen mochten in de tekst worden opgenomen en zij zijn opgenomen. Waar het karakter van de Nederlandse taal het niet gedoogde, bleef het noodzakelijk deletterlijke vertaling in margine te vermelden.

75

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.