Zij lieten hun sporen achter

Titel
Zij lieten hun sporen achter

Jaar
1964

Pagina's
270



VAN BARLAEUS TOT BAUDARTIUS

Wie zijn leraren waren is moeilijk na te gaan. Gemakkelijker schijnt het vast te stellen, wie het niet waren. Dit laatste geldt voor Saul Levi Morteira, de rabbijn, die in bijna alle Spinoza-biografieën een belangrijke plaats inneemt. Van de studenten der hogere ‘medrasiem’, waar Morteira doceerde, zijn registers bewaard, wellicht in verband met de toelagen, die geadministreerd moesten worden. Welnu: daarop komt de naam van de wijsgeer niet voor. Van andere rabbaniem, die speciaal Baruchs Joodse opleiding zouden hebben kunnen beïnvloeden, is helaas in de bronnen geen sprake. Dat hij met Menasseh en anderen contact zal hebben gehad, met hen zal hebben gediscussieerd, het is voor de hand liggend. Doch van enige gekwalificeerde opleiding wordt nergens gewaagd. Wel allerminst van een rabbijnen-opleiding. Baruch ontpopte zich aanvankelijk slechts als koopman; zijn vorming was die van een autodidact. Ook al zocht hij zij n kennis uit te breiden door in zijn vrije uren de invloed te ondergaan van niet-Joden, die hem nieuwe vergezichten konden openen. Het is in dit verband typerend, dat zijn enige leraar, die als zodanig vaststaat, de niet-Joodse Francis-cus van den Enden is geweest, bij wie Baruch Latijn leerde. In het huis van deze oud-Jezuïet moet de Joodse jongen regelmatig zijn gekomen en hij zal er ook andere leerlingen hebben ontmoet. Dat hij, zonder succes overigens, op de dochter van zijn leraar, Clara, verliefd zou zijn geweest, geeft aan, hoezeer hij zich reeds vroeg losmaakte van zijn Joodse omgeving. Met welk feit wij genaderd zijn tot een essentie van Spinoza’s biografie, die zal moeten uitgaan van de ontmoeting van twee culturen, die tezamen het fenomeen-Spinoza mogelijk hebben gemaakt.

Spinoza’s kennis van de Joodse bronnen moge naar verhouding gering zijn geweest, zijn beheersen van het Hebreeuws oppervlakkig, dit alles kan niet wegcijferen, dat zijn optreden alleen verklaard kan worden als een Joods-historisch verschijnsel. De gespletenheid in het Mar-raanse levensbeeld leidde bij hem—zoals vroeger bij zijn buurtgenoot Uriël da Costa—tot een distantie tegenover het Joodse geloof, dat door de voormalige Marranen nooit meer zó natuurlijk kon worden beleefd als dat na eeuwen nog mogelijk blijkt in ongebroken Joodse milieus.

Het Amsterdam van het midden der zeventiende eeuw bood voor critische geesten, zoals Baruch d’Espinoza bij uitnemendheid was, alle mogelijkheden zich zelfstandig te ontplooien. En zelfs toen de Joodse gemeenschap bereid bleek de gevaarlijke ketter te verbannen, betekende dit voor iemand als Spinoza niets anders dan een uiterste conse-

63    ,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.