VAN BARLAEUS TOT BAUDARTIUS
tijnen, vroeg waarom men in Holland de Joden toch zo gemakkelijk accepteerde, antwoordde deze: Was het niet een teken dat God het wilde, dat zij nog steeds hestonden ? En als alle landen hen verjoegen, moest Holland ze wel opnemen. Een historisch-theologisch motief (het voortbestaan der Joden) \v ordt terstond gevolgd door een opportunistisch beginsel (als zij er dan toch zijn, dan zullen wij ze de kans geven).
Ondenkbaar, dat zulke vraagstukken door de humanisten niet werden besproken met hun beminnelijke Menasseh. Ze bezochten hem in zijn eenvoudig huis. Aanvankelijk, bij zijn huwelijk op negentienjarige leeftijd met Rachel Abarbanel, woonde hij op de Nieuwe Houtmarkt; later misschien op de Breestraat, schuin tegenover een bekende schilder. Zelfs de vrienden van zijn vrienden werden hierheen meegenomen. En als dan de tijd van het gebed was genaderd, gingen allen samen naar ‘Snoge’. Eenmaal had Isaac Vossius zijn vrienden Samuel Bochart en Pierre Daniël Huet meegenomen naar de Breestraat, het was na 1650. Toen het gezelschap van de vier geleerden ten tijde van het gebed de Esnoga aan de Houtgracht binnenkwam, zal er wel enige deining zijn ontstaan. Menasseh trok zich daar weinig van aan en wees zijn vrienden plaatsen terzijde van de Heilige Arke.
Verdiept in de dienst, zette de verstrooide Huet zijn voet op het mooie houtwerk van de preekstoel. De gemeente stak zijn gevoelens van afkeuring niet onder stoelen of banken. Toen stond Menasseh op om zijn gast opmerkzaam te maken op zijn gebrek aan goede manieren. De zondaar haastte zich zijn voet terug te trekken en dat wel— naar zijn eigen woorden—‘zo onmiddellijk en met dusdanige bewijzen van respect, dat de gemeente niet alleen voldaan was, doch gesticht door mijn gedrag.’
In deze synagoge van Talmud Torah, die in 1639 als zodanig in dienst werd genomen en waarvan geen steen en splinter meer over is, kwamen meerdere niet-Joodse gasten, vrienden van het Joodse volk, van Menasseh. En onder hen misschien ook die ene, Rembrandt.
Rembrandt op de JodenbreestraatUit de bosrand der legenden blijven nymfen spieden in de richting van de nuchtere historie. Waren er Joden om Rembrandt? Welke Joden?
51