Zij lieten hun sporen achter

Titel
Zij lieten hun sporen achter

Jaar
1964

Pagina's
270



ZIJ LIETEN HUN SPOREN ACHTER

het gezelschap naar Amsterdam begeleidde. Gebogen over de kaart van Cornelis Antonisz wees l)ri hun de Montelbaanstoren, die in de traditie der Amsterdamse Sefardiem tot ver in de achttiende eeuw A-ronstoren werd genoemd. In de onmiddellijke omgeving daarvan, in de niet meer bestaande Jonkerstraat, zou—naar dit verhaal althans —de historie der Amsterdamse Portugezen een aanvang hebben genomen. Opvallend in deze verhalen is het optreden van Londen en Em-den, twee vluchtelingencentra der Nederlandse Protestanten!

Twisten wij hier niet om historische details. Als de oude markiezen van Spanje hun kindertjes verhalen vertelden, dan—wie neemt het ze kwalijk—poetsten zij Maria Nunes op, tronende in de statiekoets van de Engelse vorstin. Maar als de oude Menasseh ben Israël in de school aan de Houtgracht mediteerde over de komst der eerste Marranen, dan vertelde hij zijn leerlingen wellicht over Uri Halevi en zijn zoon Aron, die schijnchristenen besneden en opnamen in het Verbond van Abraham.

Wie was deze legendarische Menasseh, die niet begrepen kan worden zonder de cultuurmatrijs van het Amsterdam zijner dagen? Hij was omstreeks 1604 op het eiland Madeira geboren. Zijn vader Joseph, na folteringen door de Inquisitie veroordeeld tot confiscatie van zijn bezit, vluchtte via La Rochelle naar Amsterdam, waar hij zich aansloot bij een van de toen bestaande kleine gemeenten. Dat zal omstreeks het jaar 1614 zijn geweest. Menasseh was toen een jongen van een jaar of tien. Moderne psychologen mogen analyseren, welk een invloed zo’n jeugd op een klein kind kan hebben geoefend. Zonder meer is ook dit trieste ‘galoeth'-verhaal duidelijk, én zijn slot. De ondervonden mishandelingen hadden het gestel van de Joodse vader zo ondermijnd, dat hij eind oktober 1622 reeds stierf.

Menasseh ontving een opleiding voor geestelijke, als men deze formulering maar niet te modern interpreteert. Van seminaria in onze opvattingen was nog geen sprake en evenmin kenden de Amsterdamse Sefardiem toen of later ‘Jesjiewoth’ (Talmudscholen). Hij ‘lernde’ met Chagam Uziël, zo zal het wel geweest zijn, en deze eminente geleerde zal de intelligente knaap veel wijsheid hebben bijgebracht. Een eigenlijke ‘raw’ (geleerde) in de technisch-Joodsezin van het woord is hij nooit geworden. Daarvoor was zijn blikte ruim en zijn geaardheid te weinig gericht op het rabbijnse weten als enige bron van kennis en geloof.

De functies, die hij aan het begin van zijn loopbaan waarnam, worden later niet onaardig door hemzelf geformuleerd. Hij zou klein zijn

46

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.