VAN DE MARRANEN TOT MARNIX
opzijn verzameling laat ons zien, hoevelestudiewerken op het onderhavige gebied in zijn bezit waren. Volgens de Catalogus librorum bibliothe-caenobilissimiclarissimique viripiae memoriae D. Philippi Marnixii Sancto-Aldegon-dij bevonden zich daar vele lijvige hebraica. Kende Marnix al deze dikke boeken’ Wij moeten voorzichtig zijn bij het beoordelen van zulke vraagstukken. Niet iedere humanist—zelfs al beweert de legende het —was op dit gebied een meester. Het gebruiken van de vreemde karakters stond geleerd en kon buitenstaanders imponeren. Zelfs van de wereldberoemde Grotius moest worden vastgesteld, dat hij de taal van het Oude Testament niet machtig is geweest en vreemdeling bleef in het zogeheten rabbijnse labyrinth.
Bij Marnix, die vooral in Genève Hebreeuws zou hebben gestudeerd ligt dit alles nog min of meer in het duister. Noch uit zijn Psalmbewerkingen en evenmin uit de fragmenten van zijn Bijbelvertaling kan men directe conclusies trekken. Maar wat zeker is: deze dichter tracht televen uit de sfeer van de Bijbelse boeken en hij verzuimt nimmer in zijn aantekeningen te vermelden, dat hij (naast bestaande vertalingen) de Hebreeuwse tekst heeft geraadpleegd en vergeleken.
Zijn liefde voor het Oude Testament blijkt onomstotelijk uit het Wilhelmus, dat zonder het Oude Verbond niet aanvoelbaar is. Meerderen hebben de verhouding ervan tot de Bijbel geanalyseerd. Er is vastgesteld, dat het de oudste Nederlandse vertalingen zijn geweest, waarvan de indrukken het sterkst hebben doorgewerkt. Vooral de ‘Liesveldt’-Bijbel, die de Nederlandse ballingen in de verstrooiing met zich namen en waaruit zij troost putten in die moeilijke dagen van vervolging.
In dit Wilhelmus komt treffend de parallel naar voren van Oranje enKoning David:
Als David moeste vluchten Voor Saul den Tyran:
Soo heb ick moeten stichten Met menich Edelman:
Maer Godt heeft hem verheven,
Verlost nut alder noot.
Een Coninckrijch ghegheveti In Israël seer groot.
‘Door de herinneringen aan Jeruzalem heen, die als resonansbodem meeklinken, voeren ... de bloedige ervaringen van Holland ... de boventoon.’ (Brom). Het Bijbelse karakter van dit onvergankelijke lied
43