Wij hebben Willem van Oranje al een enkele maal terloops ontmoet. Ook hij kent de aanwezigheid der Sefardische Joden, ook hij weet van het bestaan van het wazige Marranenrijk en heeft nuchtere, zakelijke brieven ontvangen van de hertog van Naxos. Maar dit contact leek kinderspel vergeleken met zijn relaties tot ‘koning’ Antonio, die zó innig werden, dat beiden, Willem van Oranje en ‘Hl Rey Judeo’ naar het goede Joodse woord ‘mechoetaniem’ zouden worden, dat wil zeggen : vaders, wier kinderen met elkander zijn gehuwd. Want het ongelofelijke feit is waar: Willem van Oranje had een Joodse schoonzoon! Een schoonzoon in wiens aderen, naar het puntig woord van een mo-dern-Joodse publicist, voor één kwart koninklijk, maar voor drie kwart Joods bloed stroomde.
Over de jongste van Antonio’s zonen, Don Christoval, zullen wij niet veel verhalen. Dat hij in de voetstappen van zijn overleden vader trad, blijkt uit zijn deelname aan een Engels-Nederlandse plundertocht onder de Engelse Admiraal Charles Howard en de Nederlandse vlootvoogd Jan van Duvenvoorde in het jaar 1596. Een aanval op de Spaanse kust werd uitgevoerd en de steden Cadiz in Spanje en Faro in Portugal werden geplunderd. De vloot kwam rijk beladen terug, maar kooplieden in Amsterdam en andere Nederlandse steden, wier bezittingen in den vreemde waren vernietigd, hadden miljoenen schade opgelopen. Echte piraterij, ingeschakeld binnen de officiële oorlogsatmosfeer. De Joodse prins, zoon van zijn vader, moet er zich goed bij hebben gevoeld.
Maar een gans andere verovering maakte de oudste, Don Emanuel, die door zijn vader nog was benoemd tot ‘onderkoning van Indië’. Hij had er eerst veel voor gevoeld monnik te worden, maar het vervolg van zijn leven zou demonstreren, dat deze richting zijner jeugd niet raak gekozen was. Want hij was op en top een ridderlijke charmeur, wiens charmes zoveel indruk maakten op Emilia van Nassau—nota bene de volle zuster, de lievelingszuster van Prins Maurits en dochter van Anna van Saksen—dat een huwelijk het gevolg zou worden. Voorlopig leek het daar niet naar.
De Nederlandse veldheer moet wel vreemd hebben opgekeken, toen hij voor de vesting Grol, die hij op het punt stond te bestormen, plotseling zijn zuster voor zich zag, die tot over haar oren verliefd bleek op een berooide, Joodse edelman. Emilia smeekte haar broeder
38