VAN DE MARRANEN TOT MARNIX
adviseur van diens weduwe. Reizende over de wereld knoopt hij betrekkingen aan met vooraanstaande vorsten en zakenlieden in Frankrijk, Italië en waar niet al. Het zakenleven, doch niet minder het Joodse vraagstuk, drijft hem ongedurig voort. Eenmaal wordt hij in Antwerpen bij een razzia gevangen genomen. Dat was in de dagen van een beroemd geworden proces tegen de rijke Portugese peperkoning Die-go Mendes. Josephs pas scheen niet in orde te zijn. Actuele, Joodse dia-spora-problematiek! Zijn persoonsbewijs klopte niet...
Wij kunnen niet alle romantische stappen en sprongen van deze eigenaardige zuiderling op de voet volgen. Een Joodse Don Juan, die als cavalier de moed opbracht een hofdame aan het Brusselse hof te ontvoeren. Landvoogdes Maria stond er een beetje vreemd van te kijken. Na veel omzwervingen belandt Joseph in Constantinopel, waar in 1554 zijn openlijke overgang tot het Jodendom plaatsvond. Naar de eigentijdse mededelingen van een Duitse koopman had hij aan zichzelf de besnijdenis voltrokken in de aprilmaand van het genoemde jaar. Weer was een Marraan teruggekeerd tot het Verbond van aartsvader Abraham.
Kort daarna vond zijn huwelijk plaats met zijn bloedeigen nicht, Gracia's dochter Reina, die 90000 dukaten meebracht ten huwelijk. De Franse ambassadeur kwam speciaal over van Constantinopel naar Galatha, waar de ‘choepa' plaatsvond. Hij w'ilde persoonlijk zijn gelukwensen overbrengen. Dit simpele feit typeert het gedistingeerde aanzien der familie, doch ook de diplomatieke betekenis, die de bruidegom zich in de loop der jaren had verworven en waarmede wij zijn genaderd tot ‘des Pudels Kern’. Want voor ons is het van bijzondere waarde, dat Joseph vriendschap had gesloten met sultan Selim, die zijn Joodse gunsteling verhief tot hertog van Naxos, graaf van Andros en Paros, Heer van Milo en de eilanden. Een vreemde figuur, deze ex-Marraan, als heerser over een werkelijk gebied. Groot was het niet: Naxos nauwelijks vierhonderd vierkante mijlen, de andere eilanden nog kleiner. De zetel der regering vormde het hertogelijk paleis of ‘Castro’ aan de kant van de oude Acropolis, overheersend de hoofdstad Naxos.
Daar zetelde dus een Jood, die—hoe kort geleden nog—bij een razzia in Antwerpen was gepakt, omdat zijn paspoort niet geldig was. Wij laten Josephs activiteiten als regerend vorst, als feodaal groot-grond-bezitter, maar buiten beschouwing. Hij woonde er overigens niet zo vaak. Liever verbleef hij in zijn prachtig Belvedère aan de Bosporus, waar hij geleerden en dichters ontving en waar uit een discussie over
31