Zij lieten hun sporen achter

Titel
Zij lieten hun sporen achter

Jaar
1964

Pagina's
270



WAAR VERGAAN DE LATE RESTEN

Twintig jaar later werd zijn schepper na een briljante loopbaan opnieuw meegesleept in de maalstroom van het eeuwig Joodse gebeuren. Zoals hij in Nederland kwam, zo verliet hij het; als een Jood, die in de tussenliggende jaren aan de periferie van de Nederlandse cultuur op eigen wijze creatief was geweest. Vormt ook dit gegeven niet een draaiboek vooreen film!

Maar wij zijn allang weer ergens anders, op hèt Plein, het Rem-brandtsplein. Daar liggen Joodse resten van nog abstracter aard, die te maken hebben met de Amsterdamse Jood als levenwekkend en ‘leven’-brengend element in het beeld van de stad. Aanwijsbaar is daar weinig van te zeggen, maar is het niet waar, dat de Joodse invloed het sterkst gemist wordt, daar, waar de Joodse groep, ongenoemd, als zodanig in het aroma van de Amsterdamse sfeer doordrong. Uit het lichaam van Mokum is een stuk levend vlees weggesneden.

Het is nog niet zo lang geleden, dat in de omgeving van dit plein zich het vermaakcentrum van Amsterdam bevond, met Joodse gangmakers aan de top. Op de plaats waar later ‘De Nieuwe Karsseboom’ stond, bevond zich het ‘Salon des Variétés’, waar de grote komiek Ju-dels zijn triomfen vierde. Vandaar naar ‘Flora’ is maar een stap. Ook al zouden wij allen, die hier zijn opgetreden voorbijgaan, dan zou toch Louis Davids moeten worden genoemd. Uit een vroegere generatie zijn figuren als Maupie Staal en Jules Boesnach vergeten. Maar Louis Davids werd een nationale figuur. Terecht! Ten onrechte! Wie maakt zoiets uit! Iets anders staat het met de vraag of zijn verschijning bij uitstek Joods mag worden genoemd. Wij wagen het te betwijfelen. De inhoud van de liedjes, die hij bracht (en die voor het grootste gedeelte niet van zijn hand waren!) richtte zich van uit een niet-Joods milieu (bij voorkeur de Jordaan) tot het Nederlandse publiek. De humor, die eruit straalt, is het tegendeel van Joodse humor, mede, omdat de liedjeszanger zich vrolijk maakt en het publiek amuseert ten koste van de ‘underdog’. Zodra Louis Davids zich met het maatschappelijke vraagstuk occupeerde (‘De kleine man’) demonstreerde hij een gebrek aan deernis, dat de Joodse socialisten van Amsterdam (Henri Polak) hem buitengewoon kwalijk namen. Het oeuvre van de grote kleine man ontbeert in de grote lijn een veredelend sociaal element, dat het kenmerk genoemd kan worden van Joodse kleinkunst. Naar kwaliteit en ethiek is hij daarom niet te vergelijken met een pionier als de nu vergeten Eduard Jacobs, die met recht zanger van het levenslied kan worden genoemd, en die als voorloper kan worden beschouwd van figuren als Speenhoff en Pisuisse.

245

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.