ZIJ LIETEN HUN SPOREN ACHTER
Een ietwat zonderlinge man scheen hij in zijn latere jaren, steeds wonende in het hart van de Jodenhoek op het Jonas Daniël Meijer-plein, als onder de bescherming van de schone Esnoga. Daar wisten enkele vrienden uit vroegere dagen hem nog wel te vinden. Frans E-rens vertelt van zijn bezoek in de lente van 1926, het was toen twee-en-veertig jaar geleden, dat hij hem voor het eerst had ontmoet in het bovenzaaltje van ‘De Karseboom’. Dat was in 1884, een jaar vóór het verschij nen van de Nieuwe Gids. Toen was Maurits Mendes da Costa een figuur in ‘Flanor’, het gezelschap, dat historie maakte aan de vooravond van de herleving van de Nederlandse letterkunde. Van ‘Flanor’ was Maussie secretaris en, naar hij zelf heeft beweerd, gedurende de eerste twee jaren de spil, waaromheen alle geestelijke activiteiten zich hadden bewogen. Een Portugese vóór-Tachtiger, die correspondeerde met mannen als Van Deyssel en Willem Kloos. Een erudiet van formaat!
Na een ellendig ziekbed is Dr. M. B. Mendes da Costa op 18 augustus 1938 rustig ingeslapen. Zoals een biograaf opmerkt: ‘waarlijk der dagen zat’. Enkele dagen later werd hij naar de traditie zijner vaderen, grootvaderen en bet-overgrootvaderen op Ouderkerk begraven.
226