ZIJ LIETEN HUN SPOREN ACHTER
de hem begeleidende mythe van de uitverkiezing. Welk een affiniteit groeide er aldus tussen het Calvinisme (dat de Joden als staatsburgers van meet af aan gereserveerd tegemoet trad) en het Jodendom gedurende de gouden eeuw. De gereformeerden herkenden het oude volk van de Bijbel op een wijze, die in Romaanse landen, waar het Katholicisme heerste, nimmer mogelijk zou zijn geweest. Met Busken Huet mag men spreken van ‘een Hebreeuwsche tint’, waarmee het Nederland van de gouden eeuw lichtelijk was gekleurd. Hoe braaf moeten de stamelende klanken hebben geklonken van de kleine Paulus Voet, als zijn vader, de onbuigzame en stroeve Gisbertus, hem ‘louter voor vermaak’ Hebreeuwse woorden leerde.
Staat en Bijbel, lotgevallen van den Staat en geschiedenissen van Israël, was het te verwonderen dat ze vereenzelvigd werden en dat de verbeelding ze deed inéénvloeien? Stap nog eens, tusschen de kerkramen van Gouda het verleden binnen: daar ziet ge, in één verband verheerlijkt de Uitredding van Samaria en het Ontzet van Leiden. Niet dat uitsluitend ons land zulk een vereenzelviging met de Schrift zou hebben gekend: ook Cromwell was voor zijn Roundheads de van God gezonden Gideon en nog in de negentiende eeuw trok Israël opnieuw door de woestijn met de stichters van Salt Lake City; maar slechts in Holland bloeide uit deze Vereenzelviging een kunst van wereldbeteekenis op.
Het zijn woorden van wijlen F. Schmidt-Degener, ontleend aan het Voorwoord van de catalogus, uitgegeven ter gelegenheid van de Tentoonstelling Bijbelsche Kunst in het Rijksmuseum, gehouden kort voordat de bezettingstijd een einde zou maken aan een ongestoorde geschiedenis van drie en een halve eeuw Jodendom in Nederland. Het was vooral Rembrandt, die hem—de grote Rembrandtkenner—inspireerde. De grote Meester, die alle eigenaardigheden van deze Bijbelse synthese op mystieke wijze gestalte gaf in zijn persoonlijk leven. Was Rembrandts moeder niet de Profetes Hanna; zijn vrouw: Simsons bruid; zijn zoon: Joseph voor het aangezicht van Potifar? Maar dan zijn we al ver in de Gouden Eeuw.
Reeds uit de Geuzenliederen spreekt een diepe verbondenheid met de wereld van het Oude Verbond. Waren Joden niet eens door Pharao verdrukt, zoals nu Hervormde Nederlanders door Alva?
Broeders, susters, verstoet de meyning wel ende neemt een exempel aan Israël.
Vele Bijbelse verhalen worden omgewerkt tot strijdliederen, die alle de Bijbelkennis van hun dichters demonstreren. Een Bijbelkennis, die extra werd bevorderd door gehele concordanties, waarin alle Bijbeltek-
18