Zij lieten hun sporen achter

Titel
Zij lieten hun sporen achter

Jaar
1964

Pagina's
270



KINDEREN AAN DE ZEE

Wij ploegden ’t land, wij ploegden 't wijde water,

Onder al sterren, onder elke lucht,

Den vriend beschuttend, voor geen wreeden hater In lagen of in open strijd beducht.

Gelijk 't land zullen wj weer ’t water ploegen.

Niet om de winst verheugd, maar om ’t bedrijf.

Waar de vaders in barre banschap zwoegen,

Worden de zonen stout van ziel en lijf.

Los van dit contact met het wijde water, dat in de loop der laatste eeuwen inderdaad was verdwenen, ontstond in de Joodse groep, die gedurende eeuwen in dit kustenrijke land had geleefd, een binding met dit westelijk volk, dat zijn belangrijkste kenmerken aan deze zee had ontleend. Hieruit groeide een opvallend medegevoel met de kustbewoners, die zulk een specifiek onderdeel van dit volk uitmaakten. Uit deze sympathie ontstond een frappant stukje cultuur.

‘Langs Moeders graf’—Jozeflsraëls

Een herinnering: zwijgend staat een menigte langs de weg geschaard in de zoele warmte van de zomerdag; honderden. ‘Het is of een honing begraven wordt’, zegt een oud man naast mij. En als even later de stoet voorbijgaat en wij de hoofden ontbloten, ouden en jongen, deftige lieden en eenvoudige burgers, dan is het inderdaad of een volk in eerbied de dood betreurt van een machtige.

En toch was hij, die daar uitgedragen werd naar de romantische Joodse begraafplaats aan het begin van de Scheveningse weg, waar vertegenwoordigers van de Koningin, van Regering, Stadsbestuur, Kunstenaarsverenigingen en tal van andere corporaties hem de laatste eer bewijzen zouden, slechts een klein man van eenvoudige kom-af. Een klein man, ogenschijnlijk onaanzienlijk, die wj vaak stil, de grijze kop met het kinbaardje en de brille-glazen wat gebogen boven de lange jas, hadden zien lopen—in de laatste tjd meer schuifelen—langs Koninginnegracht of Voorhout.—Doch ook toen stonden de voorbijgangers stil en werd er eerbiedig gefluisterd: 'Jozef Israëls.’

‘Van eenvoudige kom-af’, betrekkelijk! Zijn neef, Mr. H. Louis Israëls vertelt in zijn Jeugdherinneringen het volgende:

De familie Israëls is het einde der zeventiende eeuw of het begin der achttiende eeuw te Groningen komen wonen en behoorde tot de grote kooplui daar ter plaatse. Het oudste

213

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.