Zij lieten hun sporen achter

Titel
Zij lieten hun sporen achter

Jaar
1964

Pagina's
270



ZIJ LIETEN HUN SPOREN ACHTER

‘. Gaat 't met de mazzematte?...'

‘...Bezaules!... Geen mazzel en geen brooge,' klaagde Suikerboon, staand in de licht-züting van het deurgat bij de marine-jassen. Zjn gecerneerde oogen keken groot in ’t geel-beloopen oogwit naar den muur, die den laaienden hemel afgrauwde. Zelik bukkend in het zwart-donker, tusschen de kleerstapels achter de toonbank, moffelde den talles weg bij meerder beleend goed. Het gegons van de Breestraat zwol tot zwak onweer-gegrommel en een tram bevloekend de rails deed het ouwe huis in zijn kelderfundeering schudden.

‘Een gilde enne twee kwartjes enne vijf dihbeltjes,' telde Zelik op de eeltige, warme hand van Suikerboon, die het tellen meevoelde zonder kijken. Zorglijk bedenken dee zijn omstoppelde lippen saamstrakken.

' Vlak 't rezu met, ’ zei Zelik en de brutn-beemge jood keek naar de natte kriebels op de bon, naar de lompige cijfers waarmee Zelik zjn doodskleed had benummerd.

Soezend nu beiden, in slap gedenk, slaaprtg van oogstarren bij de trap, waar boven het voetengeschuifging, wachtten ze nog op gepraat, de een van den ander.

I I VI N SC, A \ G

Addenom wat d pertaligheith!—viel Sak, in zwaar woedegeschor uit,—die spreek van melde! ...bin jij dan nooit in de Nes geziene veur èlleke keer zal ’k de honderdduizend kn/rre, dan, ben ik betoegf... nogg!... Vertel mijn!... bi-je niet nut Bliem Mors en zè groote zoon in één kas geweus, en hét vader en zoon 't me geitouwe nut één terne je?... ’n goed verstaander hét e hallif woord noodig... vertel mijn!... nogg!... Dat wazzeje hoe-zemvrinde... fijne gewroesse!... dié spreek van de werksman!... nogg!... en weetje-nog, als wanneer Japie Trotsch an ze vrou hét angestoke en an ze dochter, omrede ie ziek was, en tóch bj ze vrou gegaan was, en hoe ie naar 't meschoggene-gestich is gebroch?... Ook e vrind van he... en Gaj... en Rilie... en Heimie Trébe?... vader en zoon hebbe tog veur één nekeiwegevochte enne allebei twen kindere bij d'rgehat!... die spreek van de werksman !... Dat wéut-pj niet, wat Bolazoom hét kemme veurleze op fabriek teuge de zoons wat de vader gedaan hét, en dat Ralie Strees mit de vrou van Moos geleef hét, mit Naatje, en dat ze mit goedvimle van malkaar geruild hebbe!... óók jawweliers mit permissie !... die paar goeie niet te nagesproke... wat t? pertaligheid!... Enn e-e-en hoe as die eisjedisje iveer later is gaan leewe mit Roegie Paj, è neef van d'r moederskant die ’r in huis was geweus, jeweet wel... ze vader was Paj uit de Vinkebuurt, die gehandeld hét in tabak en snuif... waar ze moeder dood van de trappe is afgevalle op è chabbez-èmèrre-ge?... Die spréék nogg'... En weet-je... neem je hoed af, mit permissie, sta op en ga zilte,... is nouh ègroohte juwelier, hoe Sak Assie vroegergeloope hét mitparrapluus en mit luciferre, hoe ie è kratsnabbel rijk hét geweus, en altijd gestaan hét an de Magere Brug en hoe ie gezéte hét, viérjaar, om as-ie gestole goed hét opgekocht1... vertel mijn!... nögg '... die spreek van de werksman!... En as ze 'tgoed hebbe gekrere in de Kaap, mos ze vrou altijdphisse inde opebare straahtn waar ze vedaan binnegekomme... wat ègarpene-

206

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.