VOLK VAN HET BOEK
Geroepen het werk der Zelfontwikkeling van Volwassenen in zijn hoofdelementen voor U te kenschetsen, kan ik, op mijn beurt, als rabbi Hillel, dit doen met drie woorden: Zelfontplooiing. Zelfverruiming. Zelfverdieping.
‘Van het edelste Spaansche bloed binne we’—de Querido’sToen omstreeks de jaren zeventig zich in het Nederlandse Jodendom langzamerhand ingrijpende wijzigingen begonnen af te tekenen, woonde in de Amsterdamse Roetersstraat een Portugese Jood, Aron Querido met zijn vrouw Esther Lopes Dias. De naam Querido, in de Snoge als ‘Keriede’ uitgesproken, w'as eeuwenoud. In hoeverre echter Aron zijn stamboom exact tot het begin van de zeventiende eeuw kon terugvoeren, is ons niet bekend, maar hij was een echte Portugees, ‘dor-dor’ (van geslacht tot geslacht). En zijn kinderen waren het niet minder. Van de oudste weten wij niets, maar de tweede zoon Ema-nuel, geboren op 6 augustus 1S71 laat ons niet in twijfel over zijn afkomst. ‘Het is niet juist te zeggen, dat Emanuel Querido van Portu-gees-Joodse afkomst was; hij was een Portugese Jood’, aldus zijn zoon.
En dit laatste geldt zo mogelijk nog sterker voor Arons jongste zoon: Israël. Dat diens optreden in de Nederlandse letteren achteraf niet van enige blijvende betekenis is gebleken, neemt niet W'eg, dat Israël Querido als auteur een volstrekt aparte, door niemand ontkende indruk heeft gemaakt! Hij was naar de maatstaven van het Amsterdamse Jodendom een rasechte ‘Pottegies’, een ‘Schprankel’, aan welk laatste woord, dat misschien ‘gedoopte’ betekent, een late herinnering aan het Marranendom is gekoppeld.
Beide broers, ‘Maan’ en ‘Is.’ hebben het elkander gedurende hun leven niet gemakkelijk gemaakt. Het eigenaardige boek, dat Karei de Wind in 1933 schreef, Rond het leven van Israël Querido, vergunt ons een wel zeer vreemde blik op een vete in de ‘misjpacha’. Niet geheel onbegrijpelijk als wij ons willen realiseren, dat de beide gebroeders nogal expansief van aard waren. Niet alleen het Amsterdamse ghetto, doch zelfs de gehele Nederlandse cultuurwereld was naar een oud woord van een Joods diamantbewerker te klein voor ‘zon en maan tegelijk’.
Of en in hoeverre Emanuel Querido zich aanvankelijk als de mindere zou hebben moeten beschouwen van zijn zo veel beroemdere broeder, is een academische vraag geworden. Afstand in tijd heeft ons
201