Zij lieten hun sporen achter

Titel
Zij lieten hun sporen achter

Jaar
1964

Pagina's
270



ZIJ LIETEN HUN SPOREN ACHTER

Joodse renaissance afwijst, dan doet hij dat ten behoeve van die Nederlandse cultuur. Hij schrijft:

Doch binnen die volken zal men althans moeten geraken tot het neerhalen der tallooze ‘schotjes’, die er de menschen verdeelen: van stand, bezit en godsdienst. Een nivelleering is noch noodig, noch gewenscht. Het gemeenschappelijke behoeft volstrekt niet zoo scherp gesteld te worden tegen het individueele; beide zijn, met tact, zeerwel vereenigbaar. Doch al wat de menschen kunstmatig afscheidt, moeten we trachten omver te krijgen, zal er eindelijk frisscher lucht over de wereld stroomen en de menschheid tot werkelijken, volledigen uitbloei van al haar krachten en gaven geraken. Daarom zou ik ook de Joodsche omheiningen willen zien vallen en liefst een zoo volkomen mogelijke versmelting van Joodsche en, laten we maar zeggen, Christelijke bevolking zien ontstaan. AI het beste wat de Joden in zich hebben: hun practische zedenleer, hun gulle liefdadigheid, hun geestelijke reêheid, hun ojferreê idealisme, dat alles kunnen meebrengen in de gemeenschap met de andere volken, en er hun fouten en eigenaardigheden, die ieder kent, onder keren overwinnen. Voor elk volk, waarmede zij assimikeren, zal de winst groot zijn. En zoo sterk zijn hun rasqualiteiten, dat men niet bevreesd behoeft te zijn, die in de vermenging met andere volken snel uitgeput te zien.

Geassimileerde Israëliet, zo ge wilt, Groot-Nederlander, maar welk een oer-Jood naar zijn wezen, in w'ie het Boek geest en lichaam was geworden. Moduleerde Margot Scharten-Antink niet het koze-naampje ‘Moekie’, dat Simons vrouw hem had gegeven, in ‘Boekie’?

Zijn verdiensten werden alom erkend. Ook op creatief-cultureel gebied (het drama) en zelfs wetenschappelijk (Vondel). Voor zijn buitengewone prestaties ‘zowel ten opzichte van de Nederlandse letteren als van de Vondel-studie en de dramaturgie; niet minder om zijn ijveren voor de verspreiding der Nederlandse letteren’ verleende de Amsterdamse universiteit hem een ere-doctoraat. Dat was in 1952, ter gelegenheid van het driehonderdjarig bestaan der Alma Mater, hetzelfde jaar, waarin ook Henri Polak zijn doctoraat honoris causa verkreeg ‘omdat hij de bewondering voor zijn geboortegrond heeft verhoogd en zijn vaderland en volk op vele manieren heeft gediend.’ Kort tevoren, in 1930, had Leo Simons de grote zilveren medaille van de stad Amsterdam ontvangen uit de handen van de toenmalige wethouder van O. K. en W., Eduard Polak!

In zijn Tot afscheid vertelt Simons over het boek en de zelfvorming:

Er leeft een Joodsche legende over een Romeinsch stadhouder over het volk van Israël. Hij wilde toch wet iets weten van de levensleer van dat vreemde volk, dat hij geroepen was te overheerschen. En hj ontbood een Rabbijn, die hem kon inlichten; doch zoó in het kort, als die doen kon terwijl hij op één been stond. Rabbi Hillel, de geroepene, sprak toen drie woorden: Weohafto lereiago komoucho: Bemin Uw naaste als Uzelf.

200

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.