ZIJ LIETEN HUN SPOREN ACHTER
het Nederlandse Zionisme. De eerste jaren na het optreden van Theo-dor Herzl had de Zionistische gedachte hier moeilijk wortel geschoten. Het waren voornamelijk Oostjoden geweest, na de pogroms van de tachtiger jaren naar hier geïmmigreerd, die de stoot hadden gegeven tot een bescheiden Zionistenbond. Nationale figuren als de Haagse bankier J. H. Kann en de dichter A. van Collem stonden min of meer apart van de brede groeperingen der Nederlandse Joden.
Het waren jongeren rondom Dünner, die de tweede beslissende periode van het Nederlandse Zionisme bepaalden. Tot hen behoorde A.B.K., die al spoedig een van de leidende propagandisten werd en een der vruchtbaarste redacteuren van de Joodsche Wachter, die 6 januari 1905 haargeschiedenis begon.
Door zijn kennis van het Hebreeuws (hij was de eerste Nederlandse Jood, die zich in openbare vergaderingen in deze taal uitsprak) gold hij voor de perifere Joden, die in aanmerking kwamen voor de Zionistische propaganda, als een onbetwiste autoriteit in Jodendomsaan-gelegenheden. In het eerste Zionistisch Studenten Jaarhoekje debuteerde hij met een Hebreeuwse bijdrage. Hij was in deze jaren ook Hebreeuws dichter, doch in dit opzicht onttrekt hij zich niet aan de vroeg-negen-tiende eeuwse invloeden van het mozaïek-Hebreeuws, die hij door de opleiding van zijn vader had ondergaan.
Eigenaardig is het in dit opzicht, dat hij zich later schamper uitliet over het modern-Hebreeuws, dat hij niet beheerste. In die jaren (wij spreken nu van de tijd na 1930) bleek het maar al te duidelijk, dat A.B.K. een ontwikkeling had gevolgd, die hem had afgesloten van de verdere evolutie der Joodse renaissance. Want—en dit is voor ons thans noodzakelijk—wij moeten ons realiseren dat omstreeks r9io Asser Kleerekoper brak met zijn Joodse omgeving en de weg vond naar de S.D.A.P.
Aangezien wij niet de beschikking hebben over archivalia, brieven, dagboeken, enz. valt het moeilijk vast te stellen, hoe deze overgang in zijn werk is gegaan. Uit menig artikel van zijn hand in de Joodsche Wachter blijkt zijn aanvankelijke kritiek op socialistische Joden, die niet de nationaliteit van hun eigen volk willen erkennen. Het was in deze jaren, dat Nederland nog geen eigen ‘Poale Zion’ (socialistische zionisten) bezat; de ontwikkeling van een groepering nationaal-Joodse socialisten binnen de Nederlandse Zionistenbond begint relatief laat!
Kleerekoper is dan de propagandist van een Zionisme, dat hij prachtig heeft beschreven in zijn Telegraaf-artikelen, die verschenen naar aanleiding van het Haagse Zionisten Congres (1907) en die later werden
188