Zij lieten hun sporen achter

Titel
Zij lieten hun sporen achter

Jaar
1964

Pagina's
270



RODE BLOESEMS

Christus, die ’t absolute van de liefde leerde,

Spinoza, 't absolute van 't heelal,

Mars, die het relatieve van ’/ gevoel en van den geest der menschen leerde,—Einstein van het heelal...

Welk een ras, welk een stam!

Hij, de historisch-materialist 'par excellence', geeft daarbij blijk van een verrassende kijk op de invloed van de abstracte Joodse geest, die gunstig afsteekt bij het oordeel Van zo menig geassimileerde Jood uit Gorters onmiddellijke socialistische omgeving, wiens blik op dit verschijnsel vertroebeld moest zijn door problematiek. In het Marxisme lag evenzeer een stuk Joods geloof verborgen als in het Christendom en Spinozisme.

De omstandigheid, dat de visie der latere marxisten te rationalistisch was beperkt om dit religieuze (Joodse) element te herkennen, leidde tot een uitbouw van het stelsel, die geen recht deed wedervaren aan de legitieme oorsprongen van Marx’ achtergronden. Naast rationalistische tendensen immers vertoont de gedachtenwereld van Marx een romantische trek, die in de diepste roerselen verweven bleef met oud-Joodse waarden, hoe onherkenbaar vervormd deze naar de buitenkant ook mochten schijnen.

Binnen de Joodse groep leidde juist dit verschijnsel van het verschraalde Marxisme tot tragische consequenties. Dat de these kapitalist = Jood de burgerlijke traditie van de woekerjood tot nieuw leven wist te wekken, deed een kloot ontstaan tussen de Joodse bourgeois en de Joodse proletariër. In het Amsterdamse ghetto leidde dit tot een catastrofe, die het Nederlandse Jodendom een schok gaf, waaruit het zich nimmer geheel heeft kunnen oprichten. Wanbegrip aan beide zijden richtte Joods gezien onherstelbare verliezen aan, waarvan het diepere wezen tot 1940 nauwelijks werd begrepen! Niet door de liberalen en evenmin door de socialisten. Hoe diep de identificatie van burger en woekerjood door kon vreten, blijkt uit een anecdote uit de begintijd van de A.N.D.B. toen tijdens een discussie tussen een delegatie van de Bond onder Henri Polak en de voorzitter der Juweliers-vereniging, een niet-Joods lid van de A.N.D.B. plotseling tegen zijn Joodse kameraden uitviel: ‘Ach mannen, die juwelier is en blijft Jood.’ Men weet niet, waarover men zich hier meer moet verwonderen, over de natuurlijke identificatie Jood = juwelier of over de in het brein van de klassenstrijder blijkbaar ondenkbare identificatie medeproleta-riër=Jood.

175

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.