BEURSBOUWERS EN BAANBREKERS
Wertheim, zelf Jood, even expansief maar van geheel andere makelij, moet ook hebben aangevoeld, dat in het leven van Samuel Sarphati een stuk Joodse problematiek schuil ging, dat hem, 'ma'jan hamit-gabér’ (altijd opborrelende bron), gedurig moet hebben belemmerd. Dat bedoelde ook H. P. G. Quack, toen hij gewaagde van de tragedie, die verborgen lag in het uiteindelijk gebroken leven van een Jood, die als Mozes niet het beloofde land mocht betreden, dat hij aan zijn volk had geprofeteerd:
Niet als overwinnaar stierf hij. Integendeel: diep ongelukkig. Hij had als baanbreker en worstelaar moeten werken, zwoegend onder den last der constructies, die hij op elkander stapelde, en hij had uit den aard der zaak, terwijl hij schatten der toekomst voorspiegelde, in het tegenwoordige geen dadelijk tastbare voordeelen kunnen aanwijzen. Zijn uiterlijk droeg van die gedruktheid de sporen. Zijn gemoedsleven, diep geschokt door het verlies zijner echtgenoote, was meer en meer gebogen onder de overweldigende zorgen van gelde lijken aard, die zijn ondernemingsgeest had bezworen. Al te vertrouwende vrienden hadden, onder de invloed van zijn geestdrift en van zijn zelfgenoegzaamheid, zich bij hem aangesloten, zonder met wijze voorzichtigheid hem te temperen, zonder rekening te houden met de eischen, die de weerbarstige werkelijkheid stelt aan de stoutmoedige gedachte. En tegenover dat onbegrensde vertrouwen zijner vrienden stond de stelselmatige tegenstand, die behoudende traagheid en cynieke onwil boden aan zijn krachtige scheppingskracht: een strijd van eiken dag, een marteling van striemende slagen straks af gewisseld met een foltering van speldenprikken, die de werkzaamheid bij hem tot hartstocht aanbliezen en van een heilzamenprikkel een koorts van ongedurigheid maakten.
Ach, welk een tragedie werd daar geleden! Tegenover het frisch verjongend Amsterdam, dat aan den Amstel opgloorde, lag stervend gebroken de man, die den nieuwen geest had ontketend...
Tijdens de droeve jaren der bezetting werd ook Sarphati’s naam uit het beeld van Amsterdam verwijderd—het park werd omgedoopt in Professor Bolland-park, een van ‘de tekenen des tijds’.
Op dinsdagmiddag 26 juni 1945, de eerste dag van de bevrijdingsfeesten, werd in het Sarphatipark het borstbeeld van de Joodse medicus opnieuw onthuld. De Heer Dumé, die opdracht had gekregen het borstbeeld te vernietigen, had het laten onderduiken in het ‘Suasso-Museum’. Vreemde rencontre der beroemde Sefardiem... Na de be-vrijding vond er spoedig contact plaats met het gemeentebestuur. Het park, dat dus tijdelijk de naam van een antisemiet had gedragen, werd weer in de eer van de oude naam hersteld. Onder de aanwezigen bij deze plechtigheid bevonden zich behalve vertegenwoordigers van het gemeentebestuur, de Heer Klaringbont van de Maatschappij voor meel- en broodfabrieken en de directeur van het Amstelhotel.
147