BEURSBOUWERS EN BAANBREKERS
Dat het brood, voordat het gegeten kon worden, moest worden verdiend, dat begreep de Jood in hem, die bovendien van Mozes had geleerd, dat de mens niet alléén van brood kon leven. In Sarphati begonnen plannen te rijpen om Amsterdam als geheel te heffen uit zijn troosteloze atmosfeer. Wij raken dan het meest boeiende hoofdstuk uit zijn leven: de stichting van het Paleis voor Volksvlijt en de nieuwe uitleg van Amsterdam.
In de zomer van het jaar 1851 vertoefde Samuel Sarphati drie maanden in het buitenland. In Londen bezocht hij de Wereldtentoonstelling; ook Parijs en Brussel werden in zijn reisprogram opgenomen. Een echte studiereis, toen nog ongesubsidieerd. Thorbecke had hem introducties verzorgd en deze werden gretig uitgebuit. Na afloop— wie had het betwijfeld—schreef hij voor de liberale minister een rapport over zijn bevindingen. Hij wijdt niet uit over de tentoonstelling, maar vertelt, dat hij aandacht had besteed aan allerlei objecten van maatschappelijke aard, aan inrichtingen van weldadigheid, was-, baden werkhuizen, aan behandeling van gebrekkigen en misdadigers. Het gehele maatschappelijke patroon trekt aan ons oog voorbij:
Ik behoef Uwe Excellentie wel met te verzekeren dat mijn doel niet was van zooveel uiteenloopende onderwerpen alles na te gaan en dat ik mij alleen bepaalde bij hetgeen met mijn doel in verband stond en dan was het veld reeds zeer uitgebreid. Immers wil men de maatregelen tot wering van armoede, zedeloosheid en ziekte enz. beoordeelen, dan moet men eerst de hoegrootheid der heerschende kwalen kennen. Welvaart en gezondheid zijn bovendien zedelijk en stoffelijk onafscheidbaar vereenigd. Het een is zonder het andere zelfs ondenkbaar. Evenzeer is er geen nationale welvaart denkbaar zonder gestadige ontwikkeling, geen nationale ontwikkeling zonder kracht en kennis, geen kracht zonder goed voedsel en geen kennis zonder goed onderwijs. In de menschelijke samenleving, waar alles doel en middel tevens is, moet het een het ander, de een den anderen helpen, en dan is de algemeene welvaart, het geluk der menschheid verzekerd.
Vooral de tentoonstelling schijnt Sarphati te hebben geïnspireerd. Een jaar daarna, in 1852, richt hij samen met professor Salomon Bleekrode, hoogleraar te Delft en Dr. W. C. H. Staring, de Vereeniging voor Volksvlijt op. Beschermheer werd Prins Frederik, de broeder van Willem II, wiens naam in 1870 werd verbonden aan het Amsterdamse plein, waaraan in 1856 het Paleis voor Volksvlijt werd opgericht. Ten tijde van de voordracht tot benaming van het plein werden door een groot aantal Amsterdammers adressen bij de Raad ingediend met het verzoek dit Sarphatipark te noemen. Na langdurige en heftige discussies werden voldoende redenen aanwezig geacht om bij de naam Frederiksplein te persisteren.
143