LIBERALISTEN EN JODEN
gelegd? Hoe kort zou het nog duren, of de Duitse bezetting zou een einde maken aan een ongestoorde ontwikkeling van anderhalve eeuw rechtsbewustzijn, waarin Joden zulk een voortreffelijke rol hadden gespeeld. Voelden de Duitsers als de klassieke Joden-vijanden, dat hun stelsel zich niet verdroeg met dat van het Oude Volk, dat de eeuwen door een stelselmatige scheiding had gemaakt tussen heilig en onheilig, tussen licht en duisternis, tussen Israël en de heidenen ?
Zó voelde het de laatste grote rechter uit het Joodse volk in Nederland vóór 1940: de president van de Hoge Raad, Mr. L E. Visser. Hijzelf, nauwelijks een bewuste Jood in de moderne, nationale zin van het woord, begreep de menselijke waardigheid, die verscholen lag in het bewust aanvaarden van een minderheidspositie tegenover de vijanden van het Joodse volk. Als leider van een kleine groep topfiguren (de Joodse Coördinatie Commissie; fel gekant tegen het beleid van de Joodse Raad van Amsterdam) begreep Visser zijn taak in het moeilijke tijdsgewricht. Waardig was zijn verzet tegen de sluipende discrimi-natiemaatregelen, die hij karaktervol ter officiële plaatse afwees.
Nimmer behoord hebbende tot de engere groep van synagogale regenten, liet hij zich in 1941 als zodanig benoemen. Op een vrijdagmiddag, toen de Sabbath viel—de antisemitische maatregelen hadden wederom een hoogtepunt bereikt—meldde hij zich in rok, met hoge hoed, bij de Synagoge in de Wagenstraat, die hij gesloten vond. Op zijn vraag, waarom aldus was geschied, luidde het antwoord, dat ‘men’ het onverantwoordelijk achtte, het bedehuis open te stellen. Op dat moment nam Visser de verantwoordelijkheid op zich en liet de deuren ontsluiten. Een der w einige malen, dat in het Nederlandse Jodendom na 1800 de brede poorten der historie werden geopend, ‘waardoor de rechtvaardigen van ons volk mogen opgaan’.
Het vrije woordIn de bijdrage der Joden aan de handhaving der recht-vaardigheid sprak tot ons niet zozeer de theorie als wel de praktijk en daarin weerspiegeld de sociale bewogenheid van het oude Israël, en dan op het hoogste niveau. Bredere lagen werden door eenzelfde Joodse oriëntatie bereikt in de sector van de dagbladpers, die andere belangrijke component uit de geestelijke wereld van het Liberalisme. Ook in dit
129