LIBERALISTEN EN JODEN
1796, in handen van de president van den Hove van Holland, Mr. Ru-dolf Baelde, de eed van getrouwheid af te leggen. Een feit van historische betekenis. Hij was de eerste Joodse advocaat in Nederland en een van uitzonderlijk formaat.
Een latere rechtsgeleerde van naam zou hem aldus karakteriseren: ‘Het tegendeel van geldzuchtig, waarlijk de raadsman zijner cliënten, als pleiter uiterst nauwgezet, doch nimmer—op één uitzondering (1820) na—van het papier sprekend en in zijn re- of dupliek in den regel kort.’ Een judicium van ongewoon gehalte, dat Meijers biografie voortreffelijk karakteriseert en nog nader accent verkrijgt door het gecompliceerd karakter, waarmee het vroege optreden van een Joods advocaat in een niet-Joodse wereld verweven is.
De balie maakte het de voortvarende jongen niet eenvoudig. Dat Mr. Jonas Daniël Meijer identiek was aan de Jood Joune Rintel, zoals zijn Jiddische naam luidde, zal aan de gerezen problemen niet vreemd zijn gebleven. Hoeveel te meer treft het ons daarom, dat hij het was, die met zijn Joodse confrère Carel Asser het in januari 1800 opnam voor een zekere Isaac Cornelis Marcel, die was aangeklaagd wegens godslastering en door het gerecht te Dordrecht hieraan inderdaad schuldig verklaard, veroordeeld werd om vijftig jaar in een tuchthuis te worden opgesloten en vervolgens ten eeuwige dage te worden verbannen. Twee Joodse juristen namen de verdediging van de stakker op zich en zij wendden zich zelfs met een uitvoerig Addres aan 't vertegenwoordigend lighaam des Bataafschen Volks. Het boekje werd gedrukt bij de Joodse drukker Joachim van Embden en Zoon op de Joode Breestraat te Amsterdam. Een begeleidend motto was ontleend aan Cicero: ‘Deorum ira Diis relinquenda’ (de toorn der Goden moet aan de Goden zelf worden overgelaten).
De juridische procedure moge hier slechts zeer summier worden meegedeeld. Het criminele vonnis, dat naar het oordeel der Joodse advocaten strijdig was met ’s lands wetten, maakte een beroep op het wetgevend gezag noodzakelijk. Er stond de advocaten geen andere weg open. Inderdaad wrerd op hun Addres goedgunstig beschikt en de zaak naar een hoger rechtscollege verwezen, waar Jonas Daniël mede als verdediger optrad en Marcel vrijpleitte en wel op een wijze ‘die zonder publieke ergernis te verwekken zijne snedige gevatheid en regtskunde aan den dag legde...’ Men proeft in de waardering de distantie. De publieke opinie moest nog een beetje wrennen aan zulke non-conformistische Joden.
Tijdens het bewind van Lodewijk Napoleon kwam de Emancipatie
123