ZIJ LIETEN HUN SPOREN ACHTER
worden evenzeer de lotgevallen der Nederlandse Joden gedurende de Middeleeuwen, die een einde namen in de calamiteiten rondom de Zwarte Dood.
De vraag doet zich intussen voor wanneer de eerste Joden deze landen hebben opgezocht. Wie was de vroegste Jood, die ooit in deze streken heeft gebeden tot de God van Israël 1 Wie de eerste Joodse moeder, die ooit de Sabbath-lampen liet branden, ‘in den winter, als de dagen duister schemeren over deze lage landen’ (Jacob Israël de Haan)?
Boeiende vragen, die ons bijna brengen in de sfeer van het legendarische verhaal der verloren stammen, die naar drieste theorieën ook in Nederland hun tenten zouden hebben opgeslagen. Zouden van Is-sachar niet de Friezen afstammen en van Zebulon de Bataven? En zou de ‘koppigheid’ der Friezen niet door vader Jacob zijn genoemd in de zegen over de eerstgenoemde zoon, die immers vergeleken wordt met een ezel, liggende tussen twee afschutsels. Om nog maar te zwijgen van de Friese vrijheid, waarvan symptomen eveneens in het eerste Bijbelboek zouden doorschemeren.
Maar wij zijn nu te ver verwijderd van onze bedoelingen en wij keren terug naar de eigenlijke geschiedenis der Joden in Nederland, die —naar de door ons in dit boek toegepaste maatstaven—gedurende de zestiende eeuw begon met het eerste optreden der Marranen, welke technische term ons direct voert naar het principiële verschil tussen Sefardiem en Asjkenaziem.
Sefardiem en AsjkenaziemIn het algemeen noemen wij de Middel- en Oosteuropese Joden Asjkenaziem ; dit in onderscheid tot de Joden uit het Middellandse zeegebied, die Sefardiem worden genoemd. Beide benamingen hebben tot zeer veel wetenschappelijk geschrijf aanleiding gegeven en het is nog steeds niet helemaal duidelijk hoe zij zijn ontstaan.
De Sefardiem ontlenen hun naam aan het Bijbelse Sefarad, dat voorkomt in Obadja, een van de zogenaamde Kleine Profeten, die ons slechts één profetie heeft achtergelaten. Daarin heet het (vers 20): ‘De ballingen van Jeruzalem, die zich in Sefarad bevinden zullen de steden van het Zuiden in bezit nemen...’ Later (wanneer precies is onbekend) werd deze aardrijkskundige aanduiding geïdentificeerd met Spanje en
8