Zij lieten hun sporen achter

Titel
Zij lieten hun sporen achter

Jaar
1964

Pagina's
270



DE HEER VAN HET JOODSE TEISTERBANT

Voor dit vaderland der onwerkelijkheid, waarbij Da Costa overigens niet denkt aan Palestina doch aan Spanje, kon de Joodse romanticus geen begrip verwachten bij zijn generatiegenoten. Zijn gedichten bleven antiquarische rariteiten, hr ontstond een discrepantie tussen een poëet en zijn auditorium. Hij zong, maar zijn stem werd niet gehoord. En zo bleef hij daar staan, de Heer van het Joodse Teisterbant, alleen en eenzaam in Israël.

Eerst na deze frustratie begint Isaac da Costa zich te realiseren, dat een andere weg dient ingeslagen te worden. Het Sefardische Jodendom van Amsterdam mocht deze onpractische, radicale idealist dan niet kunnen aanvoelen, er bestond een ander milieu, dat voor hem een plaats zou inruimen. Dat was de Calvinistische omgeving van Willem Bilderdijk, Isaacs gevierde leermeester uit Leiden. Het is hier niet de plaats om nogmaals diep in te gaan op de problematiek van Isaac da Costa's doop. Stellen wij slechts, dat van af het jaar 18:2 een Sefardische romanticus een vooraanstaande plaats gaat innemen in het meest Christelijke Nederland. Als Christen, maar altijd ook als Sefardie, ja (en dit is significant) als Jood. Want de gedoopte Isaac wordt in zijn historisch bewustzijn niet meer bevredigd door een be-engd Sefardisme; van nu af aan behoort hij in verleden en toekomst aan het gehele Joodse volk der twaalf stammen. Sterker: door zijn doop wordt hij zich eerst recht bewust ‘all round’ Jood te zijn, geen Sefardie, geen Portugees.

Een aangrijpende biografie vertoont sedert 1S22 het leven van een Joods dichter, die in diepste wezen zich zijn ontrouw aan de eigen stam meer en meer bewust wordt in een klimmende liefde. Geslingerd tussen levensidealen vond hij door een geconstrueerd Joden-Christendom van een uiterst individuele nuance, tenslotte alleen in zichzelf de grote krachten, die zijn gespletenheid konden helen. De Christenen vergaten nooit, dat hij een Jood was; de Joden konden nooit vergeten, dat hij een Jood was geweest. Hij was een ‘mesjoemad’ (gedoopte, eigenlijk: vernietigde), vulgo: een ‘geschmadde’, maar niet in de zin van een renegaat. In de complexe structuur van dit alles wortelen sedertdien ook zijn uit-middelpuntige probleemstellingen, die voortreffelijk passen binnen het kader van de synthese Nederland-Israël. Da Costa is feitelijk de enige ideoloog, die het samengaan van beide culturen historisch en theologisch heeft willen funderen en uitdragen. In zijn Sadduceënluidt het:

De Jood was Jood, en hij stelde er eer in, vreemdeling te zijn in ieder land, buiten dat Palestina, waar hij eenmaal de knieën wenscht te buigen voor den verheerlijkten Zoon van

109

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.