Zij lieten hun sporen achter

Titel
Zij lieten hun sporen achter

Jaar
1964

Pagina's
270



ZIJ LIETEN IIUN STOREN ACHTER

wer medespeler op het toneel van de historie is geworden. In de conceptie hiervan krimpt het eeuwigheidsbesef der geschiedenis in tot persoonlijke ervaring van één mensenleven. Historiografie werd aldus kosmische ‘autobiografie’, waarin leven van beoefenaar en gemeenschap samensmolten.

En het leek nog niet eens zo onwerkelijk. De Da Costa’s hadden inderdaad historie gemaakt. Zij hadden als edellieden gevochten in Spanje en Portugal. Uriël da Costa, de wereldberoemde ketter, was een echte voorvader. Als leerling van Bilderdijk betreurde Isaac, dat deze voormalige ridders zich in de achttiende eeuw hadden moeten vernederen tot het cargadoorschap. Waar was de tijd gebleven, dat het ‘ridderlijk blasoen der Costaas zilvren beenderen’ triomfen had geoogst in het leger der koningen van Spanje en Portugal! In februari 1822 ondernam de dichter-advocaat een poging om zijn adel hier te lande te doen erkennen. W'at de Teixeira’s, de Suasso’s en de Salvadors gelukte, bleek de nazaat der grote Da Costa’s evenwel niet vergund.

Deze mislukte poging tot realiseren der persoonlijke historie, kon de dichterlijke genealoog niet verstoren. Onverdroten ging hij verderen zijn vlijtige arbeid blijkt tot de dag van vandaag nuttig te zijn geweest voor de geschiedenis der Nederlandse Sefardiem, speciaal voor die van Uriël da Costa. Maar daar ging het Isaac niet om. Hij wilde begrepen worden door zijn tijdgenoten, wier ogen hij wilde openen voor een groots verleden, dat perspectieven opende. W'elke perspectieven ? Het verleden, waarvan hij droomde, was geestelijk gezien volstrekt amorf. De knappe jonge advocaat was hard op weg een gevaarlijke zonderling te worden, die zelfs overwoog te protesteren tegen... de Emancipatie der Joden in Nederland. Hij durfde consequenties te trekken uit zijn vreemde dagdromen.

Ze vonden hem toch al vreemd, zijn mede-Portugezen, als zij zijn gedichten lazen, die Isaac had geïnspireerd op de historie der Sefardiem, die zij misschien ook wel liefhadden, doch nimmer zonder de distantie die vereist werd voor de zozeer veranderde staatkundige verhoudingen, waaronder Israëlieten voortvegeteerden in de minst romantische periode die maar denkbaar was. Ze waren zich zo heerlijk gaan voelen in deze koele landen en daar zong een van hen:

Ik ben geen zoon der lauwe Westerstranden Mij vaderland is daar de Zon ontwaakt!

En ah de gloed der Libyaansche zanden,

Zoo is de dorst naar Dichtkunst, die mij blaakt!

108

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.