secte tot stellingname vóór de Kehilloth. „Wie is borg voor kosjere kerkbesturen?” Zullen de rabbaniem der 18e eeuw „onvermijdelijk moeten wijken voor eenen Duitschen Doctor, wiens vrijzinnige denk- en leerwijze, de jongelingen, aan zijne zorg toevertrouwd, slechts tot verderf zal kunnen strekken.” Ziehier de achtergronden van het Joodse „1834”, een jaartal, dat ten onzent veel minder bekend bleef dan 1796 — ja, dat geheel kon worden vergeten. Buiten Nederland, in de grote Joodse wereld, was er voor Hirschel, Meijer en Akiba dan nog altijd wel een plaatsje te vinden in Joodse harten, handboeken of encyclopaedieën. Hier werd van hen slechts nog gewaagd in apocrief-legendarische verhalen.
HET OORDEEL VAN EEN MESJOMMED
Het is frappant, dat tot de zeer weinige Joden aan de top der maatschappij, die de Lehrens morele steun boden, een gedoopte Jood behoorde: Isaac da Costa. Deze Sefardische romanticus vertoonde in tegenstelling tot de Maskieliem verrassend veel inzicht in een schrijven aan zijn vriend Willem van Hogendorp, die hem — de Joodse vriend — om vertrouwelijke inlichtingen vraagt. Wat is er toch eigenlijk aan de hand met die Amsterdamse Joden, zo moet de referendaris hebben gedacht. Wat kan er nu verkeerd zijn aan apart bidden?
19 december 1822.—
Amicissime!
Op uwe hoogstaangename van den 16e mij heden ochtend geworden, haaste ik mij u te antwoorden en u over het punt, waarvan gij mij voornamelijk schrijft, het bericht, dat in mijn vermogen is te geven.
Ik begin met u te zeggen, dat L. wel verre van een oproerig man te zijn, en alle die fraaie beschuldigingen te verdienen, waarmede men hem op eene verraderlijke wijze zwart wil maken, na al hetgeen ik van de man gehoord hebbe, een oprecht Godsdienstig, standvastig en eerlijk man is. Als koopman staat hij aan de beurs van Amsterdam bekend voor een ultra-e erlijk man. Zijne denkwijze (en die van de zijnen) in het Jodendom is zeer streng, evenwel gantsch niet pharizeisch. Zij herinnert veeleer aan die Esseniers, die tijdens de verdeeldheden der Joden in Phariseismus en Saduceismus een vroom en afgezonderd leven voerden onder strenge onthoudingen naar de vigueur des Mozaische Wet en de overlevering, maar met eindeloos meer hartelijkheid en geloof dan de schriftgeleerden, die in het N. T. door hunne huichelarij ten toon gesteld worden. Voorts is hij zeer geleerd, niet alleen in den Talmud, maar ook in de Cabala, eene Joodse metaphysiek, die oneindig veel Christelijks bevat en waarmede de Apostelen zelve, niet onbekend schijnen te zijn geweest. Althands men vindt in die oude Cabalistische overleveringen vele Christelijke dogmata terug, die het Remonstrantisme en Neologisme gelieven weg te werpen. Ik heb mij daarom van Lehren en die met hem zijn altoos veel goeds beloofd en houde hen voor beter Christenen dan menig Leeraar, die in deze dagen het Evangelie heet te prediken. Ja zelfs zoude mij met der tijd een overgang tot het Christendom in die menschen niet verwonderen. Althands geloof ik, dat zich iets zeer verwonderlijks voorbereidt langs deze wijze, waardoor de toetreding van het vleeschelijk Israël tot de kerk van onze Heiland, (die beloofd is) bewerkt of tenminsten voorgeschaduwd zou kunnen worden.
Hoe het zijn, bij Lehren bestaat Geloof en Oprechte godsdienstigheid, zoo verre wij dit kunnen ver-
76