Moeder in Israël - een geschiedenis van het Amsterdamse Asjkenazische jodendom

Titel
Moeder in Israël - een geschiedenis van het Amsterdamse Asjkenazische jodendom

Jaar
1964

Pagina's
138



Maar ook aan het wezen van „Sa”adat Bachoeriem” was de tijd niet ongemerkt voorbijgegaan. In 1797 had een der leraren de school wel om zeer bijzondere redenen verlaten: Rebbe Jitschok Ger! Een andere docent, Rebbe Awrohom Susan, zou vanwege de conscriptie in een iets later stadium moeten opkomen voor actieve dienst. En toen be-stuurderen op het denkbeeld kwamen voor hem als student in de theologie vrijstelling te vragen, eiste de prefect een legitimatie vanwege de leiding der gemeente. Het was bij die gelegenheid, dat voor het eerst de term „Theologisch Seminarium” naar voren komt. De oude Jesjiewe ging een nieuw tijdperk tegemoet.

De modernisatie zou gedurende het eerste kwart van de vorige eeuw ook invloed krijgen op het leerprogram. De eisen des tijds deden zich gelden. De aanstaande geestelijken van het Joodse Nederland moesten leren „Joodsch en Nederlandsch schrijven, lezen en cijferen”. De enige geruststelling voor ons is, dat Joodsch nog de voorrang heeft.

De innerlijke problematiek van het Jodendom uit deze generatie treedt wel op curieuze wijze naar voren in een „Sjeile”, die men Raw Berenstein meende te moeten stellen. Namelijk, of het wel geoorloofd was het maatschappelijk onderwijs in eenzelfde lokaal te verstrekken als het Joodsch-theologische. En toen de tolerante Berenstein deciseerde daartegen geen bezwaar te hebben, meenden de docenten Susan en Loonstein het vraagstuk toch nog eenmaal in een regen ten vergadering aanhangig te moeten maken. Men werd het daar niet eens......

Trouwens, ook de veelal proletarische leerlingen moesten er niet veel van hebben. Er wordt gewag gemaakt van kwekelingen, die proberen vrijstelling van het „galches” te verkrijgen. Dit gaat niet eenvoudig, want in de leiding bezetten nieuwlichters belangrijke plaatsen. Op 31 maart 1839 werd met Jacob Jansz. Alberda de rij van niet-Joodse leraren voor algemene vorming geopend. Abraham Delaville, de Hebraïcus, werd toen van dit onderdeel verlost. De weg naar het Nederlands lag open voor een Jodendom, dat het predicaat „Neerlands” wilde verdienen. Het Jiddisj — deze belangrijke schakel met het wereld-Jodendom — werd pijnloos geofferd.

Op 27 oktober van het jaar 1840 deed de briljante maggied Content ten bewijze van zijn ook „profane” kunnen en kennen met succes het Nederlandse Onderwijzersexamen van de derde rang. Een echte, Amsterdams-Joodse jongen, in 1818 geboren, kind van arme ouders, net niet bemiddeld genoeg om voor hun zoon des avonds een behoorlijk lamplicht te betalen. Jokef behielp zich derhalve met een brandende vetkaars, wat hem eens — door slaap overmand — bijna het leven heeft gekost. Toen een paar Joden in de zeer vroege ochtend naar de Groentemarkt gingen, werden ze opmerkzaam gemaakt door de lichtende vlammen in de kamer van Jokef. Ze schreeuwden hem wakker en redden zijn leven.

Eigenaardig en typerend verhaal uit de oude Jodenhoek, die zoveel „meinses” van de populaire man bewaarde, tot mijn seminariumdagen toe. Die anecdote van het kind, dat hem, rijmende, een cent vroeg:

Reb Jokef Content,

Geef mijn een cent

Waarop de rebbe:

Je ken goed rijme

Maar ik heb geen cent bij me.

70

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.