Jeschurun) dikwijls doorschemeren, dat de machtsusurpatie der Parnassiem tot ongewenste toestanden zou hebben geleid (met name op het gebied van Vleeshal). De proletariërs zouden daarvan het slachtoffer zijn geworden. Historisch is hier voorzichtigheid geboden. De kopgroep van de Neie Kille bestond uit gegoede burgers, die in dit vroege stadium weinig belangstelling aan de dag legden voor een proletariaat, dat nota bene over de gehele linie de kant van de oude Gemeente koos!
Opportunisme en handige redeneertrant leidden vaak tot het scheeftrekken van de verhoudingen. Onder de heren van de Neie Kille bevonden zich geslepen debaters; de parnosem van de Grote Kille hadden bovendien het getij tegen!
Nochtans is het voor de duidelijkheid gewenst de heren even aan het woord te laten. Dat dit nog mogelijk is, kan overigens als een wonder worden beschouwd. Want in 1826 had de actieve oppasser Bendit Plotske bijna het hele archief van de Neie Kille voor scheurpapier verkocht. Slechts een enkel stuk, dat aan het vernietigend oog van deze doortastende sjammesj ontsnapte, bleef bewaard. En hieraan is ook het volgende ontleend: „De volgende zaken hebben wij, heilige gemeente Adath Jeschurun, op ons genomen rechtop te houden in den dienst in het huis Gods. Daar de oude Gemeente in strijd met de Wet handelt, alleen lettende op haar reglementaire bepalingen, die gebaseerd zijn op de onderdrukking en beroving van de armen, als hare Vleeshal en andere dergelijke zaken als algemeen bekend is, en wij deshalve en om andere zaken hieronder vermeld, die bij hen gebruik zijn, en wegens de sancties ons verplicht hebben gezien bij het gebed en bij de naleving van de goddelijke voorschriften te handelen tegen onzen wil, hebben wij, nu de sancties vervallen zijn (ten gevolge van de verandering van bewind), op ons genomen een gemeente op ons zelf te vormen, ons van hen af te scheiden en bepalingen te maken, gebouwd op de grondslag van het recht en naar de wetten van het land, waarin de privilegien genaamd: de rechten van de mens, de eerste plaats innemen. En ook ons Reglement van Orde voor de Synagoge zal zijn in overeenstemming met hieronderstaande bepalingen en in overeenstemming met wet en recht. En dit zijn de bepalingen van synagogale orde.
Hierna volgden 61 artikelen, die in verschillende opzichten aanmerkelijk afweken van de bepalingen geldende bij de oude gemeente. Daarna volgt het reglement der gemeente, verdeeld in 19 capita, tezamen tellende 119 artikelen. Opschrift en inhoud van hoofdstuk I luiden als volgt:
,,De zuil waarop de gemeente Adath Jeschurun onder Godes Hulp bestaan zal en bestuurd zal worden
Alle gemeenteleden zullen zorg dragen, dat alles wat de heilige gemeente betreft met de ware en zuivere grondstellingen van onze Heilige Leer zullen overeenstemmen; het tweede artikel: Daar onze Heilige Leer de rechten van de mens in zich bevat, zo zijn alle gemeenteleden verplicht die grondstellingen aan te nemen en zich door hunne handtekeningen te verplichten nooit enige bepaling te maken, helpen maken, of goed te vinden, die niet in overeenstemming is met de rechten van de mens. Het derde artikel behelst voorschriften betreffende een revisie van de Reglementen, het vierde artikel schrijft voor, dat jaarlijks op de 2 september, de dag, waarop de Joden met alle andere landzaten de vrijheid hebben bekomen, feestelijk zal gevierd worden door de voordracht van enige Psalmen en van het gezang „Hamouscheil” met een toepasselijke aanspraak van de Opperrabbijn en verder op de wijze als Bestuurderen der Gemeente te dien opzichte zouden ordonneren.”
57