DEN GULDEN W1NCKEL
^<illu*trc«rd. 'M.Jiitdüchriit voor tk’<L/iwn<ndcn_
n als hij noodig en wcnschelijk acht. —
De heer j. K. Rensburg is in de ï Groene, plotseling en zonder eenige
ker. naspeurbare reden, te keer gegaan
tegen het genootschap „De Distel-zonder en tegen de nieuwe litteratuur in
gal der jalousie van een die zich, altMird. mi tegen de jonge kracht.
Het is ten slotte niet onvermakelijk een frag-n wartaal over te nemen:
„En nu kunnen ze zich zelf wel wijs maken: alleen aan litteratuur. Politiek en economie late
Ontleend aan Den Gulden Winckel 1925, pagina 215.