J.K. Rensburg 1870-1943 - een Joodse graalzoeker

Titel
J.K. Rensburg 1870-1943 - een Joodse graalzoeker

Jaar
1981

Overig
De Engelbewaarder

Pagina's
148



een betere wereld, geldt van den zelfden grooten veldheer ook voor ons “vereint sich schlagen”.

Laat mij deze gelukwensch moreel en spiritueel nu wat meer specialiseeren. Bega geen “Kamertjeszonde” met “De Meid” of met “Trinette”, want dat is overtreding van “Het Zevende Gebod”. Vindt als theater-directeur in alle moeilijkheden “Uitkomst”. Laat de rest van Uw leven één “Bloeimaand” zijn van goed, van sterk werk. “Schakels” van blijvende waarde, opdat het nageslacht op “Allerzielen” voor U geen letterkundig kerkhof hoeft te bezoeken.’ Hij eindigt: ‘En voer met andere medestrijders als zoon van “Ahasverus” uit het “Ghetto” van armoe en verdrukking het proletariaat naar het beloofde land, naar een betere Maatschappij “Op Hoop van Zegen”.’5

Attent op momenten van vreugde, kon hij zich laten gaan op ogenblikken van leed. Zo heeft Boekens dood in 1933 hem diep geschokt. Aan Henriëtte Mooy schreef hij, dat brave Hein hem ‘meermalen in financiële moeilijkheden uit den nood hielp’.6

Aan Kloos bericht hij: ‘Daar ik door ellendige financiëele verlegenheid, hoewel ik het mij vast had voorgenomen, de begrafenis van ons beider goede en zeer begaafde vriend Hein Boeken, niet kon bijwonen, ben ik er te meer op gesteld, dat U deze twee verzen gewijd aan zijn nagedachtenis opneemt in het No. van den N. Gids, dat wel door U en anderen geheel of voor een groot deel daartoe zal opengesteld worden.7

Beide stroeve maaksels zijn in De Nieuwe Gids van december 1933 inderdaad gepubliceerd als In Memoriam / Mijn Vriend Dr. H.J. Boeken / Een der strijders voor de revolutie van ’80.

De dichter vindt het maar vreemd, ‘dat in deez’ Maatschappij, / Waar vaak het hoog’re wordt vertrapt door ’t jagen / Naar geld ....’ zulke mensen nog bestonden.8

Dat hijzelf van zijn armoedje gemakkelijk iets kon missen, blijkt op talloze, vaak onverwachte plaatsen in de correspondenties. Als hij iets bezat, wilde hij geven. Had zus Catharina al lasterende niet betoogd, dat hij ‘alles’ weggaf?

Hoe hij zijn bentgenoten kon laten genieten van een exceptioneel extraatje blijkt uit een dartel schrijven d.d. 22 maart 1913 aan

H.P.L. Wiessing:

‘Daar ik met mijn mede-bandieten uit de Pijp en omstreken plechtig bij den Duivel gezworen had al onze winst eerlijk te deelen, ging ik dadelijk rijk met buit beladen, met 8 doozen, of ik zelf cigarettenkameel was, naar Van der Hem, die ik niet thuis trof — toen met weer een derde naar Herre de Vos ,..’9

In die jaren publiceerde Rensburg cabaretliedjes in De Groene,

65

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.