J.K. Rensburg 1870-1943 - een Joodse graalzoeker

Titel
J.K. Rensburg 1870-1943 - een Joodse graalzoeker

Jaar
1981

Overig
De Engelbewaarder

Pagina's
148



gracht 810, teekenaarster, haar broers, tandarts en architect en ook een tijdlang de heer Visser, schilder. Die menschen hebben mij in al mijn doen en laten gade geslagen en U zult ook van hen binnenkort een protest-brief ontvangen tegen de schandalige manier, waarop mijn zwager en zuster mij als minderwaardige behandelen, terwijl ik altijd heel zuinig en soliede heb geleefd.

U kunt ook bij mijn vroegere uitgevers Van Loghum Slaterus en Visser Velperweg 143c te Arnhem en bij mijn tegenwoordige uitgever Strengholt en diens procureur Gomperts, Heerengracht 390, alhier C informeeren, dat ik in de administratie voor zoover het mijn eigen boeken bij hen betrof volmaakt nauwkeurig altijd die zaken heb behandeld. Van verkwisting van geld kon nooit sprake zijn, daar ik in zulk een armoe altijd heb geleefd, dat ik hierdoor gedwongen was tot nu toe sexueel het bestaan te voeren van een pastoor of monnik, hoewel ik niet katholiek ben! ’

Aldus boekhoudkundig verantwoord de laatste der Amsterdamse ‘bohémiens’, die in financiële aangelegenheden per se geen asociale persoonlijkheid a la Peter Altenberg of Peter Hille wilde zijn. Dat hij oppervlakkig gezien op zulke gemakkelijk levende typen sprekend leek, is het tragische facet van zijn levensgang. In de afwikkeling van zijn zaken bleef J.K. Rensburg safe tot op de allerlaatste cent. Broeder Eugène hoefde niet bang te zijn (‘condities bekend’) — iedereen kreeg wat hem toekwam.

Tot de overheid toe, waarvan een belastingbiljet getuigt, toch wel het laatste document, dat men in zijn nalatenschap zou zoeken. In 1929/1930 geschat op een inkomen van f 800,— per jaar, werd hij aangeslagen voor f 0.84 Rijksinkomstenbelasting en voor f 3.60 Gemeentelijke inkomstenbelasting. ‘Totaal Generaal f 4.44’, die hij in vier termijnen voldeed. Auteur Rens, die toen woonde Carillon-straat 13^ en die nu weer ‘flink geld zou verdinen’, dacht de ik-figuur uit Koningschap, toen hij ongeveer 30 jaar later met zijn nieuwe boek zou gaan leuren.

Aan M.J. Premsela bericht hij (24-11-1932): ‘Martin. Door allerlei oponthoud kan ik je eerst heden bedanken voor de toezending van die lijst [bedoeld: van potentiële kopers van Theorie der Evolutie]. Het gaat met de verkoop door colportage nogal goed. Ik verkocht het boek zoo aan 4 professoren van de Universiteit en aan 1 docent van de Volks-Universiteit en verder nog meer ex. Nu helpt dat colporteeren mij voorloopig, maar op den duur is dat toch geen werk voor mij.’6

En toch! Deze keer — in 1930 — zo voelde hij het, had hij een gebruiksartikel aan te bieden. Een panacee voor alle maatschappelijke kwalen, die na de crisis van 1929 duidelijker zichtbaar waren

59

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.