studie genoemde schrijven van 4-5-1933, misschien gericht tot het Stadsbestuur van Amsterdam (‘WelEdele Heeren’), in verband met dubieuze manipulaties van zijn zuster en zwager.4
Het uitvoerige concept ontleent zijn betekenis niet het minst aan de bijzonderheid, dat Rens dus van het Amsterdamse College van B. en W. een officiële subsidie ontving. Hem zeer waarschijnlijk bezorgd door persoonlijke bemiddeling van de joods-socialistische wethouder Boekman, aan wie in 1931 de portefeuille van onderwijs en kunstzaken was toevertrouwd.
Boekman, die in 1939 bij Ter Veen promoveerde op de dissertatie Overheid en Kunst in Nederland, had begrip voor het sociale aspect van de artiest.5 Hij mócht Rens. En waarom zou niet ook eens een graalzoeker een graantje mogen meepikken uit de graal der overheid? Zuster Catharina en haar ega zagen de toelage van hun broer en zwager met lede ogen aan.
‘Door kwaadsprekerij en laster [aldus J.K. Rensburg] ben ik op verkapte wijze en volkomen onwettig — wat strafbaar is — onder curateele gesteld van mijn zwager B. Adler en zijn vrouw, mijn zuster C. Adler-Rensburg voor een bedrag, dat mij door B. en W. is toegekend als pensioen uit een Gemeente Fonds voor kunstenaars die een zekeren leeftijd hebben bereikt en dit als steun noodig hebben. Zonder bij mij persoonlijk te informeeren of bij menschen, die geheel andere inlichtingen omtrent mij zouden geven, is er voor gezorgd, dat niet ik direct maar zij voor mij per 4 maanden telkens f 280,— ontvangen, dus f70 per maand.
Ze hebben zich de brutaliteit veroorloofd om hiervan f 40 af te houden voor kleeren, die ze mij heten koopen van dit geld terwijl ze mij wijs maakten dat dit van een groepje menschen kwam, waarvan ze de namen niet mochten noemen.....
Die vuile streek is een gevolg van dit enkele feit: Ik heb als kunstenaar wel eens de gewoonte wat slordig gekleed te gaan; vooral, als de misère waarin ik voortdurend moet leven, mij voor alle uiterlijk vertoon geheel onverschillig maakte. Als je gepresteerd hebt, wat ik deed en je verdient dan op je 62e jaar door de malaise ook f 4 in 8 maanden, heb je niet veel trek om nog fijn voor den dag te komen!
Om nu te bewerkstelligen, dat zij het geld in handen konden krijgen om zóó voor kleeren met mij te doen, wat zij wilden en mij als een onmondige, een idioot [of een krankzinnige is doorgestreept] te behandelen, hebben zij gelasterd — wat óók strafbaar is —, dat ik mijn geld niet goed weet te beheeren en alles — (hoeveel? ) — weggeef! Nu ben ik 15 jaar lang door een particulier Steun-Comité geholpen, waarvan bestuursleden waren Mej. Tine Baanders, Keizers
58