dezelfde ondertitels. Van het nimmer gepubliceerde poëtische zinnebeeldig blijspel Van twee koningskinderen verscheen in druk slechts een fragment in het Gedenkboek van De Nieuwe Gids (1910), onder de titel Herderslied.2 Dat Rensburg in 1923 in Wereldbouw zijn lang geleden verschenen bundels liet herdrukken, bewijst dat hij ook zelf zijn poëtisch oeuvre al vroeg min of meer als afgesloten beschouwde. Andere romans dan Koningschap kwamen er evenmin. Ze werden ons wel in het vooruitzicht gesteld.
Zijn poëtisch debuut in gebundelde vorm kwam trouwens vrij laat. Als de Japanse Verzen verschijnen is hij 33 jaar oud. Weliswaar begon hij eerder in tijdschriften te publiceren, zoals wij ook uit het contact met Van Deyssel weten.3 Verscheidene pogingen om toegang te verkrijgen tot de grotere periodieken zullen trouwens zijn mislukt. Van één geval weten wij het uit en terna.
Zo stuurde hij eind december 1895 drie sonnetten naar het Tweemaandelijksch Tijdschrift. Het begin van een bijna drie maanden slepende briefwisseling met Albert Verwey, die zonder resultaat bleef.4
Wat te zeggen van al zijn mislukte pogingen een uitgever bereid te vinden tot het experiment van een echte bundel.
Op 6 januari 1902 bericht hij Van Deyssel: ‘Ik ben weer aan ’t onderhandelen met twee uitgevers, zodat misschien al in Maart de bundels voor de glazen liggen, al heb ik nu ook nog dienaangaande geen absolute zekerheid.’ 21 augustus 1902 schrijft hij, dat er kans bestaat dat hij op eigen kosten zijn debuut laat verschijnen. Vijf oktober blijkt hij voor de zoveelste keer ‘getroffen door een financjeel verlies’, waardoor dit plan geen doorgang kan vinden en Van Deyssel rustig kan doorgaan met het publiceren van zijn verzen in het Tweemaandelijksch Tijdschrift. Maar op 12 januari 1903 is het eindelijk zo ver, want dan staat het vast, dat J. Pieterse, uitgever te Rotterdam, heeft besloten zich te wagen aan de pennevruchten van J.K. Rensburg
Het moet een vreemde schutter zijn geweest, deze Johannis Aart (zich noemende: Johan) Pieterse, als zoon van een schoolhoofd 28 juni 1879 op Texel geboren. In 1903 dus nog een jonge man, die in de loop der jaren tal van beroepen zou uitoefenen. Het bevolkingsregister vermeldt hem als handelsreiziger, directeur van een verzekeringsbedrijf en journalist. Kortom: helemaal een figuur a la Rens.
Dat Pieterse in het Rotterdamse adresboek van 1904 niet meer wordt genoemd, kan bewijzen, dat zijn zaken daar althans niet goed gingen. Er wordt gesproken over een faillissement. En dat gegeven past in de biografie van J.K. Rensburg. Voor de beide bundels had
31