AUTEUR
Want uit alle vernederingen kwam de ‘névrosé’ op de een of andere wijze springlevend tevoorschijn. Een pathologisch geval, dat wel. Een maatschappelijke mislukkeling en als zodanig al vroeg exemplarisch, maar die al even vroeg overkwam als een zonderling van singuliere makelij, een onverstoorbare: J.K. Rensburg. Auteur, gelijk het keurige, burgerlijke visitekaartje vermeldt, waarvan ik er bosjes aan trof in zijn nalatenschap.
Maar wat stelt dat voor. En als je dat zelf al op je kaartje laat drukken, hoe leg je het aan, dat anderen je met deze begeerde status vereenzelvigen.
Hij heeft het gepresteerd, maar vraag niet onder welke deplorabele omstandigheden. In een concept-brief aan een vrouw, die hij 29-8-1934 in opperste verwarring schrijft, dat hij niet met haar wil trouwen, heet het plotseling: ‘Ook met braafheid — Greet — kom je tegen de laagheid van vele individuen niet op. Daarvoor zijn ze juist door hun laagheid te sterk! Dat weet ik bij ervaring.’1
Bittere conclusie van een stakker, die omstreeks 1900 ook nog de kost moest gaan verdienen. Als wat eigenlijk? Als auteur? Dat was toen al zeer moeilijk. Zijn gehele omgeving hield het hart vast. Wat snapte deze simpele ziel van financiële realiteiten?
Hij die droomde van een bruid met zo’n slordige 30 a 40 miljoen en in een brief aan Arthur K. langs zijn neus weg aan het papier toevertrouwt:
27