J.K. Rensburg 1870-1943 - een Joodse graalzoeker

Titel
J.K. Rensburg 1870-1943 - een Joodse graalzoeker

Jaar
1981

Overig
De Engelbewaarder

Pagina's
148



dat kan moet ik heel wat would-be-hervormers in verschillende

richtingen kennen  Ik ben veel degelijker gaan bedenken, wat ik

toch eigenlijk kon in plaats van wat ik “wel ereis zou kunnen”. Voor jou doet het me een dol groot pleizier, dat wanneer ik in nog meer genres me van dat kaliber toon, ik onder de ütteratoren een niet te versmaden plaats zal innemen. Dan heb je de voldoening, al groeit er uit “Jaakie” geen Goethe of Zola, misschien wel een Heine of Turgéniew voor den dag komt. En werkelijk heb ik met die twee èn

als jong auteur èn in mijn doen en laten aanrakingspunten ’

In grote lijnen portretteren zulke volzinnen een geëxalteerde neuroticus uit het fin de siècle. Maar op zichzelf behoeft dat nog niet te verontrusten. Het is de sfeer van die hyper-sensitieve generatie die overheerst: chaotisch, tomeloos-ongeremd, pathologisch onzeker.

Een later schrijven5 accentueert dit nog. Hij spreekt uitvoerig over zijn gezondheid:

‘Over het algemeen: èn in gezondheid, in werkkracht, in beter opstaan — in de laatste koude dagen echter niet [de brief is gedateerd: 31-12-1895] — in wijze van studeeren, in vruchtbaarheid op litterair en cultuurhistorisch gebied, in meerdere maatschappelijkheid ben ik door het verdwijnen van al die angsten en van veel verdriet zeer vooruitgegaan en hoop het te blijven doen tot ik 26 jaar d.w.z. volwassen ben. Eerst dan ben ik volgens dr. Rijnberk man. Behalve de dure triomf van mijn legende: van de schoonheid, de zekerheid, het genre: gedichten in proza meester te worden, heb ik half een mystische sonnettencyclus voltooid, maar zoó als je er nog nooit een hebt gelezen ....’

De reacties van Ary brengen in elk geval ontnuchtering. Zo wordt in een schrijven van 17 juli 1897 met ‘Jaakie’ de vloer aangeveegd. Belinfante blijkt niet het geloof in Rensburgs genialiteit te kunnen opbrengen en geeft van zijn opvattingen ongewoon scherp en kil akte. Het staat intussen vast, dat deze relatie tegen zulke harde confrontaties bestand was. Nog in 1921 draagt de dichter Cantiek I van zijn Faust op ‘aan mijn hooggeachten Vriend en Leermeester A.A.C. Belinfante, den Schrijver van De Duwkracht-Theorie’.6

Als drie jaar later Ary sterft brengt Rensburg aan diens graf (op Zorgvlied — niet op Ouderkerk) een bewogen laatste groet ‘aan mijn oud-schoolkameraad, jarenlang mijn besten vriend’.7

Belinfantes doldrieste theorieën bleven in zijn geheugen hangen. Een jaar voor diens dood had Rens in Wereldbouw openüjk erkend: ‘Eerst het verschijnen van De Duwkracht van A.A.C. Belinfante, die in zijn teorie het bestaan ontkent van de z.g. aantrekkingskracht en daarvoor in de plaats stelt: etherdruk van boven af, die hiermee de hele Natuurwetenschap onderste boven keert en dus indirect de

23

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.