De zoon van een gazzen

Titel
De zoon van een gazzen

Jaar
1967

Pagina's
414



naar ‘rebbe’ de ‘Achawa-rebbel’ genoemd. Hij mocht dan slecht Nederlands schrijven en gebukt gaan onder een tekort aan vooropleiding, als spreker -fanatiek en recht op de man af - werd hij door zijn vrienden gretig beluisterd en door zijn vijanden te rood bevonden. In gesprekken met collega’s kon hij ‘kankeren’ over de discrepantie tussen zijn salaris en de eisen van het Jodendom. Van hem bleef het gevleugelde woord bewaard, dat er reb-bes waren, die ‘een geringer aantal guldens per week verdienden dan ze kinderen hadden’.

Dit ging voor Izak de Haan ook bijna op. Uit zijn eerste huwelijk waren twee kinderen geboren. Sinds de echtvereniging met Betje Rubens ging de stroom in nimmer aflatende vaart verder. Nog in Amsterdam kwamen twee jongens en een meisje ter wereld. In Smilde werden zijn beide koningskinderen geboren. Rosetta Sara leefde te Gorredijk slechts enkele weken; dito Barend Juda. Gorredijk bracht ook veel leed in de zeer persoonlijke sector. Nog kwam er daar Gerson (naar zijn oom vernoemd); minstens nog vier zagen het levenslicht in Zaandam. Wij laten dan de talloze miskramen maar buiten beschouwing. Ook daarzonder is het duidelijk, dat de rebbe althans het eerste van de 613 geboden met hartstocht heeft beleden. ‘Een geringer aantal guldens per week ... ’ Het is niet ver van de waarheid. Als op 14 april 1901 de voorwaarden tussen de Zaanse Kerkeraad en Izak de Haan contractueel worden vastgelegd, wordt als salaris vastgesteld: ƒ 800.— ’s jaars als voorzanger, godsdienstonderwijzer en beestensnijder en ƒ 25.— ’s jaars als secretaris. Onverminderd dit salaris zal de contractant nog genieten voor het slachten buiten Zaandam, met uitzondering van Koog aan de Zaan (waar de lastigste slager verblijf hield):

‘van een koe zestig cent van een kalf dertig cent en van een schaap vijftien cent.’

En in dit jaar 1901 lagen nota bene zijn moeilijke jaren al achter hem. De opvoeding van Jacob Israël en van Carry, maar ook van de minder begaafden was al goeddeels voltooid. Gerson was al bijna banketbakker, hij ging in 1902 naar Amsterdam. Alleen voor de jongsten moest nog worden gezorgd. Maar hoe was het vroeger geweest en dan nog niet eens gesproken over de beestachtige jaren in Gorredijk. Nijpende zorgen, gebrek aan bijna alles, zeker ook aan mogelijkheden om de kinderen goed te kleden. Er zal dan geen sprake zijn geweest van honger maar wel van karigheid, van uiterste soberheid op het randje van gebrek. En als dan op vrijdagavond en sjabbesmorgen en op jomtef kiddoesj werd gemaakt, was de wijnbeker gevuld met drabbig geel water, met op de bodem gewelde rozijnen. Teder kan na

42

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.