Weer bedreigt een maatschappelijke ondergang het grote gezin van de rebbe en weer komt de misjpoche met een poging tot bemiddeling; deze keer niet alleen zwager Koekoek (die vroeger reeds in Zaandam werkzaam was geweest), maar ook broeder Gerson, de leraar uit Haarlem.
Den Kerkeraad
der Nederl.Israel gemeente te Zaandam WelEdeleHeeren!
Wilt het ons niet euvel duiden, dat wij ons de vrijheid veroorloven in het belang van onzen Zwager en Broeder, de Heer I. de Haan godsd. Onderwijzer bij Uwe gemeente een beroep op Uwe welwillendheid te doen. ’t Is zeker geen geringe zaak een ambtenaar die een groot huisgezin te verzorgen heeft, reeds dan wanneer daartoe gronden aanwezig zijn uit zijne betrekking te ontslaan en hem en de zijnen broodeloos te maken. Wij hebben de eer U te kennen als vroede mannen die newens behartiging van het gemeente belang gevoel bezitten voor den evenmensch, en omdat wij dit weten en daarvan ten volle overtuigd zijn, daarom kunnen wij des te eerder een beroep op Uwe welwillendheid doen om het ontslag onze Zwager en Broeder gegeven, op zulke wijze te herroepen, als met Uwe waardigheid overeenkomt, reeds hebben wij onze Broeder op het hart gedrukt, welke verantwoording hij op zich laadt en stellen ons voor, mocht U wat wij hoopen aan ons eerbiedig verzoek voldoen, verder al dat gene tedoen, waardoor moeijelijkheden in de toekomst kunnen worden voorkomen. WelEdele Heeren! Uw invloed bij en op Uwe gemeenteleden is niet gering, verricht daarom een daad der menschliefendheid, door ons verzoek in gunstigen overweging te nemen. Eerst ondergeteekende doed daarbij een beroep op de vriendschap die sederd dertig Jaren tusschen U en Hem be-staad, wij stellen ons dan ook voor een gunstig antwoord van U te mogen ontvangen.
Met betuiging van hoogachting en eerbied
WelEdeleHeeren!
w.g. M. Koekoek, Gerson de Haan
Wij zullen de eindeloze, miezerige notulen laten rusten en ons slechts bepalen tot de hoofdzaken. Izak bleef, maar de wijze, waarop hij kon blijven, de vernederingen, die hij ook hier moest ondergaan, zijn hartverscheurend. Hij was nu eenmaal een ongemakkelijke, onverzettelijke natuur. Zijn eeuwige achterdocht dreef hem in maatschappelijke verhoudingen altijd tot uitersten van verzet en weerstand. Maar wie van deze eigen-
34