De zoon van een gazzen

Leefsma’s vervangen door de Van Thijns, met welke laatste naam een soort hardnekkige ‘katsowem’ (slagers) binnen onze gezichtskring verschijnt. Technische kwesties kunnen een lezer, die niet uit de kern van het Joodse volk stamt, nauwelijks iets duidelijk maken van de achtergronden van zulke ruzies tussen Joodse slagers en de rituele ‘beestensnijders’. De sjouchet oefent nu eenmaal een ambt uit, dat zeer moeilijk is en bovendien (wanneer een beest om welke reden dan ook moet worden afgekeurd) niet zonder economische risico’s voor de veelal zeer bescheiden vleeshouwerijen van de Mediene.

Als sjouchet heeft Izak de Haan ontelbare conflicten uitgestreden, soms zelfs in de letterlijke zin uitgevochten, vooral in deze derde, zijn laatste kille. En zo begint de overgebleven rest van het oudste protocolboek met de omineuze woorden:

Kerkeraadsvergadering van 24 Januari 1892

Aanwezig de Heeren H. Consenheim voorz: I.L. Groen, M.G. van Thijn, E. B. van Thijn en E.S. Drukker.

De voorzitter opent de vergadering en zecht, voornamentlijk met het oog op het aanwezige publiek, dat men attent moet zijn op het geen er gesproken wordt opdat er geen verkeerde uitlegging zal gegeven worden want dat hij zulks zal te keer gaan met alle hem ten dienste staande middelen ...

Een kleine vlees-oorlog verbittert het leven van de gazzen, die een gedeelte van zijn karig loon aan het rituele slachten verdient. Het is vooral dit onderdeel van zijn arbeid, dat reeds in datzelfde jaar 1892 leidt tot eenzelfde verwijdering als die in Gorredijk. Het volgende briefje spreekt duidelijke taal:

Den Heer I. de Haan, Zaandam MijnHeer!

Bij deze berigten wij U dat in den Kerkeraadsvergadering der Nederland-sche Israël: Gemeente alhier gehouden den 26 Juli 1892 besloten is om het Contract hetwelk tusschen U en de Kerkeraad der Ned: Israël: Gemeente te Zaandam in December 1890 gemaakt is te doen eindigen en mitsdien met 31 december 1892 Uw betrekking als Godsdienstonderwijzer, Beestensnijder, Voorlezer en Secretaris geëindigd is.

Namens de Kerkeraad w.g. H. Consenheim, Voorzitter I.L. Groen, vice voorzitter M.G. van Thijn, penningm.

33