De zoon van een gazzen

Titel
De zoon van een gazzen

Jaar
1967

Pagina's
414



Wij verzekeren Uwe Majesteit, dat de Joden in alle landen hunner verstrooiing niet anders dan vriendschap en genegenheid gevoelen voor hunne medebewoners. Ook in het Heilige Land, voor welks vrede, wederbevolking en herbouw wij driemaal daags bidden. Dit is ons een heilige plicht. En die goede verstandhouding wenschen wij ook in de toekomst te bewaren. Wij wen-schen eendrachtig met alle bewoners samen te werken, aan den opbouw, de wederbevolking en den bloei van dit Land, dat de Liefde is van onze ziel, het middelpunt van het Joodsche leven, tot zegen en vrede van alle verschillende volken, die het bewonen.

Wij spreken ook onze hoop uit, dat Uwe Majesteit een deel van Zijnen grooten invloed zal aanwenden, ten gunste van de Joden in alle Arabische landen.

De Heer der Werelden, zegene Uwe Majesteit en Zijne dierbare Zonen, en de Zonen van Zijne Zonen. Moge Uwe Majesteit nog velejaren het geluk van al Zijne volken zien.

In Uwe dagen en in onze dagen moge Juda verlost worden en Israël rustig wonen. Amen!

Als de koning het memorandum gelezen heeft, waar de juridische adviseur bij was, heeft hij hem misschien wel gevraagd, wat de Joden in hun gebed met de ‘wederbevolking en opbouw’ van het land bedoelen. En of dit iets minders is dan wat de Zionisten wenschen. De Haan vermeldt zulks niet, en evenmin wat die heele poppekasterij nu eigenlijk te beteekenen had. Een en ander intusschen heeft niet nagelaten een goed stuk van de Joodsche pers in E.I. en in de Diaspora op stelten te zetten. Ook wij weenen. Om de concurrentie. Om het verraad. Om de kopjes koffie. Om de verspilde zegewenschen. Om de tweedracht in het volk. Om de assimilatie en de Ghetto-lafheid in Eretz Israël.

Und alle die Tranen...

Wij hebben ons meer dan anderen het geval aan te trekken, omdat deze weggeloopen dichter eens een der onzen was. En dan is het dubbel hard, onze mooie nationale gedachte te zien komen... op de Arabische koffie. Wij zijn geen Moslems, en wij zeggen geen ‘Min Allah’. Onze Vaderen hadden voor die dingen andere woorden. Een onzer vrienden, die het geval heeft zien aankomen, herinnert ons aan wat een Vader voor onzen Rechter zei-de over zijn afvalligen zoon, die schande bracht over de familie:

‘Deze zoon is een afvallige en een boosaardige.’

De eindstreep was bereikt. Het Handelsblad begon nóg voorzichtiger te worden dan hem vroeger al gebleken was. Dit alles werd de redactie te griezelig. In Het Vaderland en De Amsterdammer vond hij nog wel plaats. Maar de bron is bijna opgedroogd. Ze dragen - die laatste artikelen - een verlaten sfeer om zich, die niet alleen a posteriori zo moet worden aangevoeld. De dichter leeft uit een beklemmend isolement, gecompleteerd door een eenzaamheid de facto, die zijn creativiteit zo vernietigt, als eenmaal de

299

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.