van Generaal Storrs, die nauwkeurig weet, hoe de Zionisten over hem denken. Dat was in Februari, drie maanden nadat de Zionisten zeer verstandige, maar zeer mislukte pogingen hadden gedaan om Generaal Storrs als Gouverneur van Jeruzalem afgezet te krijgen, in verband met onbe-teekenende onlusten te Jeruzalem, op den Balfour-Declaratie-dag te voren.
Zijn positie in Jeruzalem was sedert die tijd onmogelijk geworden.
Aan Van Eeden schrijft hij: (27 april 1922)
Beste Vriend, hoe schandelijk lang is het geleden sinds ik je geschreven heb. Maanden en maanden. Zeker niet na je doop. Ik heb er natuurlijk veel over gelezen in de bladen. Je briefkaart over Kattekopje heb ik gekregen. Hij zal wel in Genua zijn. Je hebt zeker ook gehoord van de vele moeilijkheden, waarin ik geraakt ben, sinds het bezoek van Lord Northcliffe. Dat is bijna drie maanden. Hoe is de verhouding met de vrienden! Hoe gaat het met de significa! Ik heb gezien, dat een Dr. Ewald Messing aan de Han-delshoogeschool te Rotterdam iets dergelijks doceert. Weten jullie daarvan! Vandaag kreeg ik twee Groenen met je twee artikelen over Joodsche Heiligen. Heel mooi. Maar de Chassidiem willen niets van Buber weten. Er zijn hier nog wel Chassidiem en in Polen zijn nog wel heilige Rebbes. Je moest eens hier komen. De Roomsch-Katholieke patriarch (p.m. de rang van een aartsbisschop) van Jeruzalem is naar Europa, naar den Paus. Hij komt denkelijk ook in Holland. Probeer hem eens te ontmoeten. Ik heb je naam op mijn kaartje geschreven. In Katholieke kringen zal men toch wel hooren, als hij komt. Mijn leven is moeilijk. Maar ik doe mijn plicht. Na vele maanden is nu ook de dichtlust weder wakker geworden. Kom je nog bij Hans! En bij Henriëtte! Ik stuur je maar geen gedichten meer. Je houdt er, geloof ik, niet van. Ik ben rustig en gelaten. Zonder verlangen en vrees. Het Leven is, geloof ik, eene vergissing van God.
Schrijf gauw eens, hoe het gaat met Truida en met de jongens en met iedereen.
Hartelijke groeten, steeds je vriend,
Joop.
Op deze laatste brief aan de jarenlange vriend is - exceptioneel - het concept-antwoord bewaard gebleven:
Beste Joop, ik ontving je brief van 27 april. Dank je wel. Ik kan alleen maar mijn wensch herhalen dat je spoedig terug moogt komen. Voor uitvoerige correspondentie heb ik geen rust genoeg. Laat ons elkaar spoedig weerzien. Hoe kom je er bij dat ik je verzen niet graag lees. Ik lees ze altijd graag met
293