lopende kind, een jongetje van vijf jaar door de schrik zijwaarts sprong, en van de berm der hooge weg afrolde in de Drentsche Hoofdvaart, en naar het midden der vaart afdreef, toen het kind zinkende was, kwam de timmerman B. Bos daar net op aan, en zonder zich te bedenken sprong hij geheel gekleed te water, en had het geluk het kind te grijpen; doch door de harde wind kon hij met het kind het drooge niet bereiken, hierop wierd hij geholpen door F. Manak die zich insgelijks te water begaf, en aan Bos een lange stok toereikte, zoo dat de beide in het water zich bevindende, eindelijk gered wierden, het kind gaf geen teeken van leven en ook Bos was uitgeput.
Het kind wierd in huis genomen door de vrouw van den timmerman Jo-hannes Kok: daar het in de nabijheid mijner school was ging ik even in dat huis zien, en op mijn vraag hoe het met het kind was kreeg ik ten antwoord dat het kind dood was, terwijl de Moeder als razend door het huis vloog, men had naar den eenigsten hier wonende dokter gezonden, die op twintig minuten afstand woont, ik gaf te kennen dat men bij drenkelingen op den uiterlijken schijn niet moet letten, en verzocht toen dat men het kind op de tafel zoude leggen ik ontkleedde het kind en zag dat het geen vuil in de mond had, maar kon geen braking opwekken (ook was het lichaam niet zeer opgezet) ik beproefde het toen met de herstelling der ademhaling en na verloop van ongeveer vijftien minuten vernam ik een zachte zucht, ik hield nog een weinig aan, en liet een weinig rhum indruppelen hierop ging ik flink aan het borstelen, toen kort daarna een dof kreunen vernomen werd, hierop rolde ik het kind in een wolle deken, en wreef met de vlakke hand met rhum de hartstreek en de ledematen, hierop begon het knaap-je een weinig te schrijen en neiging tot braken te gevoelen, daar de braking echter niet kwam gaf ik het kind aan de Moeder op de schoot, en liet het een weinig rhum drinken, waarop het spoedig de rhum weder uitbraakte, doch toen kwam met de rhum een golf water mede, het geen zich later weder herhaalde met het een en ander was nagenoeg i£ uur heengegaan en daar de Dr. niet thuis was, ging de Moeder, met haar inmiddels geroepen Moeder naar diens huis het kind echter was niet in staat te lopen maar wierd door een oom gedragen, doch de volgende dag waren Moeder en kind weder bij mij, terwijl de jongen hoegenaamd geen letsel had, en best in staat was mij te bedanken Ingevolge UEds voorschrift zend ik deze voor kennisgeving
Ik heb de eer te zijn van UEd de dienstw: dienaar
I. de Haan
Onderwijzer b/d N.I. Gemeente te Smilde
20